wat de Renaissance betreft althans. Waarbij ik tevens zou willen attenderen op het feit dat Schiedam in het Goede Herder-paneel een specimen van uitzonderlijke kunsthis torische waarde bezit. Het kan nietwaar zijn dat het G.H.-paneel omstreeks 1600 is ontstaan! Allereerst laat dat de stijl van uitvoering niet toe. En ten tweede: in 1573 kreeg na nogal wat gedram de kleine groep strijdbare calvinisten in Schiedam de Grote Kerk toegewezen. Die kleine groep nam het gebod 'Gij zult u geen gesneden beeld maken' letterlijk. In tegen stelling tot de gedachten van Luther. Zelfs banden ze, wat Luther handhaafde, het meest christelijke symbool: het beeld van de Gekruisigde, uit de kerken. Toch sproot dat niet voort uit domme vernielzucht. Ze grepen wat de vorm en inrichting van hun kerkdiensten betreft het verst 'terug naar de bronnen': de Synagoge! Zoals ze ook in die kerkdiensten geen ander gezang dulden dan de psalmen van Israel. Dachten wij nu dat ze ooit een preekstoel zouden hebben laten vervaardigen met de beeltenis van Christus in het front? Te meer, waar op de Synode van Schiedam 1651 - in de Grote Kerk gehouden) gezocht werd naar mogelijkheden 'tot stuytinge van de Insolentiën des Pausdoms'! Let wel op het woordgebruik. In de verslagen wordt nauwelijks iets gezegd over de rooms-katholieke kerk, maar geageerd tegen de mach ten de prententies van de éénhoofdige leiding van die kerk, die men gevaarlijk en fu nest achtte. In diezelfde tijd worden in de zuidelijke Nederlanden geheel contra reformatorische maatregelen genomen. Zo werd toen nog in Antwerpen het bijbelbezit op lijfstraf verboden. Zelfs mag voor een zuigeling geen min worden ge zocht, die van protestanse huize is! Zonder twijfel dus: vóór 1600 moet de preekstoel er zijn geweest. Zelfs vóór het laatste kwart van de 16e eeuw. Even na 1573 worden immers, getuige Arent Vinck Sr. 'de preekstoel en het orgel hersteld'. Die preekstoel was in de calvinis tische eredienst het belangrijkste gebruiksvoorwerp geworden. De Geuzen hebben hem hoogstens beschadigd. Evenals ze de gebrandschilderde ramen, waaronder één ter ere van de Maagd Liedwij, in tact lieten. Je kunt moeilijk onder de preek op de tocht zitten! Bijna veilige conclusie: in 1572 moet deze preekstoel aanwezig zijn geweest. Nu weten we uit een van de schaarse berichten die uit de vroege 16e eeuw zijn be waard gebleven dat een spotter in de Grote Kerk zijn penitentie moest volbrengen 'sit- tende optie groote bancke jegen die preeckstoel over'. Gedateerd 1534. Er is dus een preekstoel op die vroege datum. Drs. Van der Feijst trekt in zijn 'Geschie denis van Schiedam' de conclusie dat dat waarschijnlijk niet de huidige kan zijn. Toch waag ik het, na veel vissen en vooral vergelijken, voorzichtig te stellen: het zou best kunnen dat er tóch sprake is van het thans nog aanwezige exemplaar! Soms stuitje op vreemde dingen! Zo weten we dat er in de 15e en vroege 16e eeuw geen banken in de kerken stonden. Bewijzen uit allerlei prentwerk zijn daarvoor te over. Desondanks wordt er in de notitie van 1534 gesproken over de 'groote bancke'. Zijn er mogelijk ook 'kleine' geweest? De grote bank met preciese aanduiding: tegenover de preekstoel. Beide blijken reeds een vast punt in de kerkmeubilering, in tegenstelling tot de verplaatsbare van de 15e eeuw. In het laatst van die eeuw was begonnen met de aanschaf van allengs vaste, hoe langer hoe meer sierlijke kansels. Eén van de oudste, 133

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1991 | | pagina 9