daarover kon thuis moeilijk tot helemaal niet gesproken worden.
Een toen ontmoette ze Octave. Een man die weliswaar twaalf jaar ouder was, maar
haar boeide met zijn verhalen en manier van optreden. Een het kunstenaarsmilieu
waarin hij verkeerde trok haar aan.
Toch was ook deze relatie een moeilijke combinatie met veel tegenstellingen. Maar ze
besloten te trouwen en het huis in het Rotterdamse centrum van Octave werd met
zorg en smaak van een vrijgezellenwoning omgetoverd in een smaakvol appartement
vol kunst en antiek, op allerlei manieren bij elkaar gebracht.
Op 10 mei 1940 betekenden de Duitse bommen op Rotterdam echter dat hun toe
komst er opeens, net zoals voor al die duizenden anderen die in het centrum woon
den, heel anders uitzag. Berooid, met alleen de kleren die ze droegen toen ze de bran
dende Stad ontvluchtten, kregen ze onderdak bij Octaves schoonfamilie.
En toen zagen ze opeens die flat leegstaan. Midden in het centrum van Schiedam,
boven de Hema. Flat Singelwijck heette het gebouw officieel, maar iedereen zei de
Hemaflat. Het was het eerste flatgebouw in Schiedam, de huur was voor die tijd ge
peperd, maar Octave zag geen andere oplossing.
Met hulp van de schoonouders werd de flat ingericht, de contacten met de ouders van
Octave in België waren door de oorlog volledig verbroken, en op 5 juni 1940 trouwden
ze in Schiedam.
En zo was Octave terecht gekomen in de stad waar hij tot zijn dood, 34 jaar later, zou
blijven. Hoewel hij Schiedam in zijn hart een dorp vond, tenslotte hield hij van het
grote stadsleven, voelde hij zich er toch al snel thuis. En hij genoot elke dag weer van
het uitzicht als hij vanaf de zesde etage tientallen kilometers ver kon kijken. Weinig
andere gebouwen belemmerden het blikveld en dus waren aan de horizon de silouet-
ten te zien van de torens van Vlaardingen, Maassluis en Oud Beijerland, en aan de
achterkant keek je op Rotterdam. Voor de deur stond de tram, de navelstreng die Oc
tave met Rotterdam bleef verbinden.
Het waren enerzijds moeilijke jaren, de periode 40-45, zoals voor vrijwel alle Neder
landers. Maar het waren ook gelukkige jaren. Er kwamen kinderenen er was on
derlinge verbondenheid met anderen. Humor ook die vaak moeilijke situaties rela
tiveerde. In de Hemaflat ontstonden vriendschapsbanden met buren, zoals Arnold
en Pauline Zoetmulder en Bob en Jans Slavenburg.
Maar na de oorlog kwam de klap. Het Rotterdamsch Nieuwsblad had in Octave
DeConinck en Piet Bakker twee tekenaars in dienst. Octave kreeg te horen dat er voor
hem geen plaats meer was. Hij zat diep in de put. Een man van in de vijftig met inmid
dels drie kinderen zonder werk!
De eerste jaren bracht een erfenis uit België, waar Octave sr. was overleden, nog enig
soelaas. Maar niet voor lang. Toen bleek de veerkracht van zijn vrouw. Octave zelf
had het nooit gedurfd. Maar zij probeerde huis aan huis zijn tekeningen aan de man
te brengen. En later, begin vijftiger jaren, keerde ze terug naar kantoor om voor een
vast inkomen te zorgen. In het sociale milieu waarin de familie verkeerde een nog
lang niet geaccepteerd verschijnsel. Maar ze zette wilskrachtig door.
En Octave begon langzaam maar zeker een eigen klantenkring op te bouwen. De ge
meentearchieven bijvoorbeeld van Rotterdam, Schiedam, Delft, Den Haag en ook
171