van de Surabayasche Kunstkring was. In 1926 geeft hij wegens de toegenomen drukte
het baantje van penningmeester er aan, maar hij blijft de leiding van het z.g. Bureau
van de Kunstkring behouden. Begin 1928 legt hij in verband met zijn aanstaand ver
lof beide functies neer, maar hij wordt dan vice-voorzitter. Op 12 augustus van dat
jaar wordt hem een afscheidsdiner aangeboden. Op 15 augustus vertrekt hij dan met
het stoomschip 'Slamat' naar Nederland, waar hij o.a. zijn familie in Den Haag en
Schiedam bezoekt. Zijn vader was toen nog in leven. Half mei 1929 is hij terug in Su
rabaya en neemt hij zijn functie van vice-voorzitter van de Kunstkring weer op. Ook
was hij nog geruime tijd Commissaris Plaatsbespreking.
Oprichting Vaderlandsche Club
Bij het Suikersyndicaat had Jan Verboom mr. P.M.C.J. Hamer en mr. G.H.C. Hart le
ren kennen, die in de jaren 1928-'29 met anderen bezig waren een nieuwe politieke
groepering, de Vaderlandsche Club, op te richten. Samenbindend element vormde
kritiek op het tegenover het Indonesisch nationalisme zwakke beleid van de Neder
landse regering, de zgn, 'ethische politiek'. De vrees was dat hierdoor de Nederlandse
leiding over Indië in gevaar kwam. De Vaderlandsche Club (VC) wierp zich op als
kampioen van de Nederlandse kolonisten. Dit sprak ook Jan Verboom aan en hij be
hoorde daarmee tot de leden van het eerste uur. Op 20 oktober 1929 werd de Vader
landsche Club officieel opgericht.
In de beginjaren van de nieuwe politieke beweging speelde Jan Verboom een be
langrijke, doch geen leidende rol. Zo heeft hij medio 1929 samen met mr. Hart een be
langrijke bijdrage geleverd aan het beginselprogramma. Van het begin af was hij lid
van het Bestuur van de Kring Surabaya, medio 1932 wordt hij waarnemend voorzit
ter. Van 17 december 1929 tot 27 september 1933 was hij fractieleider van de Vader
landsche Club inde Gemeenteraad van Surabaya.
Opmerkelijk wapenfeit in die periode was met name een voorstel van de VC-
gemeenteraadsfractie om de salarissen van de gemeente-ambtenaren van Surabaya
per 1 januari 1932 met 10% te verlagen. Voorts is vermeldenswaard een voorstel van de
Kring Surabaya, door Verboom verwoord in een Algemene Vergadering van de VC,
om de regering in Nederland per telegram te verzoeken al het mogelijke in het werk te
stellen de in Europa vastgelopen onderhandelingen tussen de grote mogendheden
weer op gang te brengen. Eén van de aanwezigen spreekt dan van 'Don Quichotterie',
een ander van een'cri-de-coeur'. Verboom houdt het bij het laatste: 'Als we hier bijeen
zouden zijn als gelovige mensen, zou ik zeggen: Laat ons bidden'.
Het voorstel wordt aangenomen.
Bij zijn afscheid werden vele waarderende woorden gesproken, ook door politieke te
genstanders. De Burgemeester zei o.a. 'dat Verboom iemand was waarnaar werd ge
luisterd'. Eind 1933 wordt hij ook nog korte tijd voorzitter van de Afdeling Oost-Java
van de VC.
Gezinsleven
Het is duidelijk dat Verboom veel hooi op zijn vork nam. Naast het werk voor de
Vaderlandsche Club, bemoeide hij zich met de Kunstkring en had hij ook nog zijn
baan bij het Suikersyndicaat. Hierdoor kwam zijn gezinsleven danig in de knel. Dit
181