verhuisde naar Holland waar zij trouwde met Hendrik van Soestdijk. Zij heeft als
vrouwelijke figuur in de genealogische lijn geen bijdrage geleverd in het voortbestaan
van de familienaam. Broer Adriaan zal dit ook wel niet hebben gedaan, want van
hem wordt verteld dat hij zwakzinnig was.
Voor het vervolg van het verhaal moeten we aannemen dat er in Batavia een andere
tak van de familie moet zijn achtergebleven. Deze veronderstelling wint aan kracht
door het gegeven dat op 8 april 1732 in de Hollandse Kerk in Batavia Philippus Theo-
dorus van Cloon werd gedoopt en dat als doopgetuige optrad de eerdergenoemde
Gouverneur-Generaal Dire van Cloon. En het was de dopeling Philippus van Cloon
die de volgende hoofdfiguur is in dit verhaal.
In april 1732 geboren dus. Zoon van Jan van Cloon en Ida Maria Hink. Hij moet nog
jong geweest zijn toen hij naar Holland verhuisde. Waar hij aanvankelijk verbleef is
niet bekend. Wel weten we dat hij op 17 november 1752 in Nieuwveen trouwde met de
daar wonende Anna Catharina Löve, een dominee's dochter. Na enige tijd vestigde
het paar zich in Schiedam waar Philippus zich met de handel ging bezighouden. On
bekend is of deze handel zich weer op Batavia richtte en of het ook weer juwelen be
trof. Als ingezetene had hij zich op 26 april 1755 ook de burgerrechten weten te ver
werven en daardoor was het mogelijk dat hij op 3 mei 1769 voor de eerste keer werd
geëligeerd tot lid van de Vroedschap in de kwaliteit van schepen. En dit zou hij tot
zijn dood blijven. Daarnaast heeft hij ook nog andere ambten bekleed en/of functies
uitgeoefend. Armbezorger, 1776/1778; Fabrijcqsmeester 1779 t/m 1781; Ordinaris
Thesaurier (Stadspenningmeester) 1782 t/m 1784 en als Burgemeester in 1786 en
1787. Een College van Burgemeesters bestond in die tijd uit drie personen en de beide
anderen waren in 1786 Mr. Dominicus Doom Jacobszn en Mr. Nanning de Greve. In
1787 waren dat Mr. Thomas Joannes Pigeaud en Mr. Hendrik van der Heim, Heer
van Baarland en Oudeland. Het waren dus over het algemeen genomen selecte gezel
schappen waarin de familie van Cloon verkeerde. En dat hield consequenties in zo
dat onze P.T. van Cloon het besluit nam zich, naar gewoonte van die tijd, te laten
portretteren. Zijn vrouw deelde op gelijke wijze in die modetrend en zo regelde men
het portretteren met de Haagse schilder Pierre Frédéric de la Croix (1709-1782). Deze,
in Frankrijk geboren man was een autodidact die ingeschreven was in de Confre-
riekamer van 'Pictura' in Den Haag en niet alleen daar maar ook wel eens in Amster
dam werkte. Ondanks het feit dat hij doofstom was genoot hij grote bekendheid als
portretschilder. Hij is ook de maker van de portretten van de Heren Regenten van het
Blauwhuis en van Daniël Pichot, beide aanwezig in het Stedelijk Museum van Schie
dam. De portretten van het burgemeestersechtpaar kwamen gereed in 1778 en bleven,
op een niet te achterhalen wijze in familiebezit totdat zij in 1988 door het bankfiliaal
werden aangekocht.
Maar terug naar de familie van Cloon. In het 'Gulden Boek van Schiedam' staat het
volgende beschreven:
1787. Schiedam. Den 8en dezer (october) is na een ziekte van 7 maanden in den ou
derdom van ruim 55 jaren overleden de Heer Mr. Philippus Theodorus van Cloon,
Raad in de Vroedschap en Regeerend Burgemeester dezer Stad. Hij werd opgevolgd
door Daniël Pichot.
Bij zijn overlijden bewoonde hij een huis op het Nieuwe Werck, dat is nu de Lange
189