specifieke Schiedamse gebeurtenis of uitgave geen gebruik gemaakt van zijn werk En toch was de man die elke straathoek van de stad vastlegde geen Schiedammer. Hij spoelde er als het ware aan na een schipbreuk en verliet het eiland, om de beeldspraak voort te zetten, nooit meer. Iedereen kende destijds Octave DeConinck in Schiedam. Vooral omdat zijn werk week in week uit in de plaatselijke kranten werd afgedrukt. Maar toch kenden wei nigen hem echt. Want achter zijn brede gebaren en barokke woordenstroom verborg hij toch de kern van zijn persoonlijkheid. Slechts weinigen drongen tot die kern door. In feite alleen degenen die tot zijn naaste familie behoorden. Wie was de man achter al die tekeningen en aquarellen, wat is zijn artistieke en histo rische betekenis geweest, hoe verliep zijn levenAan de vooravond van een over zichtstentoonstelling van het werk van Octave DeConinck in het Stedelijk Museum een poging tot antwoord op die vragen. 'Een rondborstige Vlaming'snuffelend in oude krant-interviews met Octave DeConinck komt die karakteristiek een aantal keren terug. Journalisten houden nu eenmaal van een makkelijke typering. Een Vlaming was hij inderdaad, hij had im mers een Belgisch paspoort op zak. Maar hij was ook niet helemaal een Vlaming. Of eigenlijk helemaal niet. Hij werd op 20 juli 1894 geboren in Amsterdam, in het hartje van de Jordaan. Zijn ou ders hadden in de bruisende volksbuurt een manufacturenwinkel, Willem III ge naamd. Zijn vader was afkomstig uit het Franstalig deel van België, de grensstreek die wordt gedomineerd door industrieplaatsen als Moeskroen, Roubaix en Lille. Niet aangetrokken door de textielindustrie trok hij naar het toen verre Amsterdam, waar zijn zus was getrouwd met een gefortuneerde Nederlander. Als verkoper bij Peek en Cloppenburg, waar in die tijd veel buitenlandse employes werkten, leerde hij een Limburgs meisje kennen dat ook naar de grote stad was ge trokken. Ze trouwden en met geld dat hun zwager hen leende begonnen ze een eigen zaak. Een zaak die al snel goed liep. Er kwamen kinderen, Octave, die naar zijn vader werd vernoemd, was de derde. Maar toch zou hij later het oudste kind in het gezin zijn, omdat de eerste twee al vroeg overleden. Kindersterfte, aan een ziekte als Kroep bijvoorbeeld, was aan het einde van de vorige eeuw nog heel gewoon. Het ging zakelijk dus goed met Willem III, zoals de omgeving Octave sr. naar zijn winkel noemde. Hij had zijn zaak de naam van de Nederlandse vorst gegeven om als buitenlander beter in de smaak te vallen. Maar hoewel hij het Nederlands praktisch foutloos had leren sprekenhij was en bleef een buitenlander. Die niet alleen Wil lem III werd genoemd, maar afwisselend ook de Pruus, de Pruisomdat hij in zijn accent toch enigszins afweek van de Jordaners om hem heen. Maar de heimwee knaagde en toen Octave jr. nog nauwelijks uit de wieg was, verhuis de het gezin naar Antwerpen. De heen-en-weer tussen Nederland en België zou daar na nog een aantal keren varen. Want het gezin DeConinck maakte aan het begin van deze eeuw dezelfde psychologische ontwikkeling door als zoveel gezinnen van mig ranten in deze tijd. 161

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1991 | | pagina 5