ophingen en levenslustigen, die van de kermis in de buurt kwamen, onder het lommer
liepen te vrijen of in het gras gingen zitten, want de paar bankjes, die er stonden, wa
ren al vroeg besproken.
Het gehucht was ontstaan bij een stoomgemaal, het enige dat Delfland voor zijn
uitslaan op het buitenwater bezat. Daar Delflands boezem klein is, veel te klein, maar
1/95 van het boezemgebied, is snelle afvoer van het boezemwater noodzakelijk. Een
aantal sluizen, te beginnen bij Rotterdam om te eindigen bij Hoek van Holland, moe
ten daarin voorzien. Ook bij Vijf Sluizen is zon uitwateringssluis. Op de naam af
gaand, zou je denken, dat er vijf waren. Dat is echter niet zo. Men beweert, dat Vijf
Sluizen eigenlijk Vijfde Sluis zou moeten heten. Maar dat doet minder ter zake. Er
was dan een stoomgemaal. Ik zeg uitdrukkelijk: er was, want het is nu (1937) vervan
gen door een electrisch gemaal, met aanzienlijk grotere capaciteit. Dat was dringend
nodig; immers hele velden in Delfland stonden 's winters blank, tot vreugde van de
schaatsenrijders (veldijs!), maar tot schade van de boeren. Al die uitwateringssluizen
bij mekaar zijn voor de lozing totaal onvoldoende, door de dikwijls hoge standen op
de rivier. Een hele verbetering bracht het verversingskanaal te Scheveningen. Dit ver
verste het stinkende grachtwater van Den Haag, maar vooral is het een zeer bruikbare
nieuwe afwatering voor Delfland door de lage eb bij Scheveningen.
Er was dus te Vijf Sluizen een verbinding met de Maas. Er was meer: er was ook een
gerenommeerde speeltuin, de lust van Vlaardingens en Schiedams jeugd, vooral op
zondag (Dit 'jeugd' heel ruim te nemen, want erbij ingesloten moeten worden de
vrijende paartjes, die er op geweldigde schommels de lucht konden ingaan, hoog, zóó
hoog, dat de rokken wijd uit en de touwen 'slap' hingen, welke gebeurtenis met de
nodige angstuitroepen en gilletjes werd gevierd.)
Speeltuin en vaart waar de roeibootjes lagen waren vlak bij elkaar, maar een hoog ij
zeren hek over de hele breedte van de dijk, met een zwaar slot gesloten, scheidde de
twee bronnen van Vijf Sluizen's welvaart. Alleen de bevoegde macht kon met een ge
weldige sleutel het hek ontsluiten. Die bevoegde macht was de tolbaas, want hier,
middenop een grotere rijksweg was een tol, niet maar zo'n gewone voor wagens, paar
den en ezels, nee, een zeer bijzondere tol voor mensen, ook die te voet passeerden. Ik
wil niet beweren, dat er geen ezels onder waren, maar goed niemand mocht doorgaan
zonder de cijns betaald te hebben. De cijns bedroeg IV2 cent per persoon, enkele reis.
Retours werden niet verstrekt.
Ik ga nu één van mijn roeiexperimenten beschrijven. Het weer was niet uitlokkend.
De lucht was zwaar bewolkt. Een stevige wind joeg de wolkens langs het uitspansel.
Van tijd tot tijd kwam een regenbui los en striemden de waterstralen ons in het ge
zicht. Wij worstelden op de vlakken dijk tegen wind en regen. Alvorens onze IV2 cent
te offeren, overlegden we (we waren met ons vieren), of we maar niet liever van de roei
partij zouden afzien en ons bepalen tot de speeltuin aan de Schiedamse kant van het
tolhek. De meerderheid moest beslissen en die had als gewoonlijk ongelijk. Zonder
de schommelpartij in de tuin te verwerpen, meende ze toch, dat een schommelpartij
in een bootje op de Maas eraan moest voorafgaan. We betaalden dus onze IV2 cent en
27