Detail van het stucwerk van Lange Kerkstraat 58/60.
(Foto: R.W. Poels, 1991)
De gemiddelde breedte van de bestaande en belendende bebouwing is circa 5 me
ter. De breedten van de vage geledingen in het plan zijn 7,20 meter.
b. Ideaal is perceelsgewijs bouwen, met inschakeling van verschillende archi
tecten.
Er is bij dit plan slechts sprake van drie verschillende geveldelen, terwijl er slechts
één architect is ingeschakeld.
c. Een ongedeeld complex moet ten minste een duidelijk herkenbare, niet repeteren
de verticale geleding in gevels en hoogte hebben, terwijl dwingende horizontale
belijning dient te worden vermeden.
Er is in het plan geen verticale geleding. De delen links en rechts van de in
gangpartij zijn sterk horizontaal gericht en zijn van dezelfde hoogte. Dit effect
wordt nog versterkt door het dominante horizontale karakter van 70 meter eenvor
mige etalages.
d. Handhaving van de bestaande rooilijn.
De bestaande rooilijn is in het plan aangehouden.
e. Gevarieerde bestemming en daarmee veelzijdige functie.
Er komt geen gevarieerde bestemming, maar slechts één functie.
f. Bij een aangetrokken architect moet behoud van het karakter van de oude bebou
wing en omgeving voorop staan, en hij moet zich verdiept hebben in de proble
men van het ontwerpen temidden daarvan.
36