DE ZALMVISSERIJ EN WILTON Wim Snikkers Van alle vissen heeft de zalm voor ons misschien wel de hoogste gevoelswaarde. Want hoeveel keer hebben politici, als zij daar belang bij hadden, ons beloofd dat er weer zalmen in de Rijn zullen zwemmen in de naaste toekomst. Daarmee aangevend dat zij toch echt wel hun best doen om het milieu te verbeteren: de zalm is een indicatie voor de waterkwaliteit. De tijd ligt al ver achter ons dat de dienstboden, alvorens een dienstje te aanvaarden, bepaal den dat zij niet de hele week zalm moesten eten. Niet alleen zijn er geen dienstboden meer, en dat komt niet omdat zij zoveel zalm moesten eten, maar ook de zalm zelf is uit onze wateren verdwenen. De zalm Zalm groeit op in de wateren boven Schotland, Groenland, IJsland en de Scandinavische landen. Maar om zich voort te planten, te paaien, maken de vissen lange reizen tot wel 2000 km naar de koude bergbeken, waar zij zelf geboren zijn. Het vrouwtje maakt een paaibed in de kiezels, legt de eieren (30.000) die gelijk door het mannetje worden bevrucht met homvocht. Het paaibed wordt dan bedekt met kiezels. Na 70-100 dagen komen de eieren uit. Na 1-3 jaar trekken de jonge zalmen zelf naar zee om dan weer een tot vier jaar later terug te keren. Het paaiseizoen is van november tot maart. In 1852 is men in Duitsland begonnen met kweken van zalm om deze uit te zetten. Vanaf 1861 werden ook in Nederland zalmen uitgezet, waarvoor hier na 1882 grote kwekerijen waren opgericht. (Overigens had koning Willem III rond 1855 ook zalmkwekerijen). De kwekerij in Apeldoorn is later als forellenkwekerij voortgezet. In 1894 werd met 7 miljoen uitzettingen een maximum bereikt. Door de zalm te mer ken kon men nagaan welke invloed de zalmkwekerijen hadden. De meeste zalm werd gevangen bij hun trek rivier opwaarts. De mannetjes kunnen 150 cm lang zijn en 36 kg wegen, de vrouwtjes 120 cm/20 kg. Als zij niet werden gevan gen dan werd Nederland in 3 dagen gepasseerd. Dat de zalmstand zo achter uit is gegaan komt, behalve door watervervuiling, ook door verdergaande kanalisatie en waterregulering waardoor onbelemmerde 'door vaart' niet meer mogelijk was. Door zalmtrappen, een aaneenschakeling van water bassins, op steeds hoger niveau, heeft men dit laatste wel kunnen ondervangen. Zal men kunnen tot 3 m springen, het woord zalm is afgeleid van springen. In 1950 is in de Lek de laatste zalm gevangen. De visserij Er zijn meer manieren om zalm te vangen. Met de zalmsteek bijvoorbeeld. Dwars in de rivier maakte men een vrij dicht scherm van palen, rijshout en latten, vanaf de bodem tot aan de waterlijn. Met af en toe een fuik, waarin de vissen bij het zoeken van een doorgang vanzelf in terecht kwamen. Dit deed men in Ammerstol buiten het ech- 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1992 | | pagina 4