kotters genoemd. Zij voeren langs de Engelse kust en leverden daar de schepen aller
lei waren, naar men zegt veelal Haarlemmer-olie gemengd met vingerhoedskruid.
Bestemming? Mij onbekend. Maar zeker is, dat de Engelsen de sluikhandel stopzet
ten, toen men de flessen voor de helft met thee ging vullen.
Er werd gesmokkeld, ziehier reeds het verderf. Maar slechts een begin; u weet nog niet
alles. Laten wij aanvangen met hetgeen nog het meest door de beugel gaat. Ik doel op
het gezellige café Maas, op het Hoofdplein, geëxploiteerd door een vriendelijke moe
der en vrolijke dochters. Officieren ter koopvaardij vonden daar een prettig onthaal
en ook vele heren uit de stad vereerden het etablissement op 't Hoofd met hun gewaar
deerde aanwezigheid.
Maar er is meer. Amsterdam had zijn Nes en Zeedijk, Hamburg zijn Sankt Pauli,
Schiedam had zijn Hoofd. En op dat Hoofd waren danshuizen, twee in getal. Daar
kwamen de zeelieden, daar kwamen ook vrouwen. Zij werden geleverd door de indus
trie. De kaarsenfabriek Apollo, gelegen op 't Oosterhoofd, waaraan verbonden is de
naam van een onzer tachtigers, van Arie Prins, jarenlang daar directeur, voorzag zon
der het te willen, de danshuizen van de nodige stoffering, 's Avonds, na de lange werk
dag, zag me n de Waspitten, een soort die van ouds, in 't bijzonder te Amsterdam, een
twijfelachtige reputatie genoten, de Varkenssluis overtrekken - het was zeker niet
door deze trek, die Arie Prins inspireerde tot zijn Heilige Tocht - en de danshuizen
binnengaan. Daar verwisselden zij hun lompe werkschoeisel voor elegante
dansmuiltjes, die de patroon hun gracielijk verstrekte.
Boven de danssalon, op de verdieping, hadden de patroons boudoirtjes ingericht, die
desgewenst de paren een knus en intiem samenzijn boden. En erger nog - node komt
het mij over de lippen - er waren vrouwen, inwonend, verbonden aan de inrichting.
Ja, ik moet het bekennen, onze goede stad heeft de gepatenteerde ongerechtig
heid gekend.
Sinds 1870 had men voor dit bedrijf een vergunning nodig; het gemeentebestuur ver
leende of weigerde de autorisatie voor het houden van huizen van Ontucht. Huizen
van Ontucht, wat klinkt dat stug en koud, meedogenloos, veroordelend, hardvochtig,
vijandig. Hoe anders, begrijpender, humaner het Franse woord Maison de Tolérance.
Hierin ligt verborgen iets vergoelijkends, iets van 'niets menselijks is mij vreemd', iets
van 'wie Uwer zonder zonden is,...'
Spreekt hieruit een verschil in volksaard' begrijpen de Fransen en wij elkaar niet op
sommige punten?
De jurist in mij wordt wakker naar aanleiding van 's Raads verordening op de slechte
huizen en hij gaat peinzen over het rechtskarakter van de administratieve vergun
ning en de daaraan verbonden voorwaarden. Bladzijden schreef ik vol over dit on
derwerp, maar aan deze vergunningen, ik moet het bekennen, heb ik niet gedacht.
Voorwaarden? Ja zeker, de overheid eiste een vergunning om een oogje in het zeil te
kunnen houden en dat oogje te richten naar de juiste plaats. Een der voorwaarden
was het verplichte medisch onderzoek. Maar te Schiedam had men daarmee buiten
de waard gerekend. Het publiek maakte het de vrouwen eenvoudig onmogelijk een
stap buiten de deur te doen. Langs de weg werden ze gemolesteerd. Dan maar per rij
tuig. Ook daarmede waren de moeilijkheden niet opgelost, men gooide slijk en zelfs
55