pret wanneer dirigent Smits de stok hanteerde. Alleen z'n voeten stonden nog op
grond; de rest 'dirigeerde', zijn manchetten vlogen zo nu en dan over de
muzikanten!
En als er dan kermis in de stad was, waren er in de thee-tuin de kinderspelen. Dat was
het summum!Dan kwam ook het BESTUUR. Ik herinner me een mijnheer 'Jon
ker' Roelants. Dat moest wel zo iets als een minister zijn, maar hij deed toch maar
heel gewoon. Dan waren er de heren Van Buysen, dr. Ris, Zoetmulder-Poot, (ik meen
de werkelijk, dat hij twee namen had, maar vond het toch wel toevallig, dat hij ook een
wonderlijk-hoge laars aanhad), maar de meest opvallende was wel mijnheer Stooker.
Die had een prachtig wit vest aan met zwaar-gouden ketting erop. Dat moet zeker
wel de voorzitter zijn geweest!
Die kinderspelen waren heerlijk!
Koektrekken (een zeer enerverende sport), blokjesrapen, zaklopen, steltlopen,
driebenige-wedloop, wedloop met hindemissen (die laatste sport had niet mijn sym
patic, want ik bleef met mijn dikke bibs altijd in de ton steken).
Voor de meisjes waren er ook nog het balanceren en hoedenopmaken. De prijsuit
reiking vond plaats in de grote zaal. Er heerste dan een zenuwachtige spanning. Een
voor een moesten de prijswinnaars dan op het podium komen om bij de mijnheer
met het witte vest een prijs te komen uitzoeken.
Tijdens de kermis werden er ook nog ballonnen opgelaten. Erg leuk, maar het duurde
wel erg lang eer ze 'gingen'. En dan maar rennen naar de laantjes om ze in de verte te
zien verdwijnen!
De bekroning van het jaarfeest was het grote vuurwerk. Heerlijk! Lampions in alle
bomen (fijn als er een in de hens ging), muziek in de verlichte tent en dan tot slot:
vuurwerk draad gespannen over het hele terrein en daar suisde de telegraaf langs;
vuurpalen, veel rook en geknetter en dan het 'het grote stuk' meestal met portret van
de Koningin. De andere dag vroeg er op uit om restanten te zoeken en zelf nog wat na
te knetteren.
Ik heb daar ook m'n eerste toneelstuk gezien: De kleine Lord. Ach, ach, wat was die
Lord nog klein en wat een verdriet had dat kind te verduren!
Tranen met tuiten!.... Janus de Draak gaf er ook wel operettes, maar daar mochten
"wij" nog niet naar toe.
Op een interessant cultuur-verschijnsel moet ik nog wijzen. Bij het huis van mijnheer
'Pont' stond achter een schutting een rond houten gebouwtje. Daarin waren de plee-
tjesDe haakjes van de deuren waren meestal kapot en dat gaf aanleiding tot
boeiende vergezichten. Maar het leukste was: er was één plee-tje, daar kon je met
twee tegelijk 'op'. Dat was echt 'gemeenschap'!
Eén grote fout kleefde aan de theetuiner was geen water. Bij Pont kreeg je het niet, bij
Jan Kalt was de deur meest gesloten; de zoon van Jan Kalt zette soms zelfs zwak
stroom op de ijzeren deurknop. Je moest dan altijd dat hoge zonnige pad weer op
naar de Korte Haven, waar je soms bij Bertels, maar altijd bij Jan van Zwieten in zijn
groentenpakhuis terecht kon. Een schat van een man; hij ruste in vrede
Theetuin, ik moet je weer gaan verlaten. Ik trek mijn cheviot-pofbroekje weer uit en
mijn herinneringen vervagen weer in de mist van het heden.
Maar heerlijk was het; een voorbeeld van een echte 'Schiedamse Gemeenschap'.
67