ren meer werden geboren, was de zoon van Nolet later in de gelegenheid om de naam
van zijn stiefvader aan de zijne toe te voegen en uit hem ontstond weer een nieuw ge
slacht in België.
Tenslotte de voor dit betoog belangrijkste zoon: Jacobus. Hij was medicus en huwde
in 1800 te Leiden met Joanna Kroon. Hij zou de stamvader worden van diegene, die
nu nog aan het hoofd van het distillateursbedrijf van Nolet staat. Hij diende in het
jaar van zijn huwelijk een verzoek in bij de municipaliteit om de plaats van de overle
den stadsarts Verlouw in te mogen nemen. Dit werd echter afgewezen en Jacobus
Janszoon moest met een privépraktijk genoegen nemen. Hij bezat een branderij op
de Schie tezamen met zijn broer Petrus, die ook nog met zijn broer Wilhelmus Nolet
een bedrijf exploiteerde.
Branders en burgemeesters
Vrijwel de hele familie Nolet was druk doende met het stoken en met de handel. Cor
nells Janszoon, broer van de besproken Jan en oom van Jacobus de medicus, gold als
de meest welvarende. Zijn oudere broers Jacobus en Jan hadden beiden buitenver
blijven gekocht in Overschie. Doch Comelis overtrof ze met de bouw van een nieuwe
woning aan de Lange Haven met een stenen stoep, groter en meer naar voren ge
plaatst dan, van enig ander huis in de stad inclusief dat van zijn vader Jan Jacobus-
zoon Nolet. Het gebouw kwam al snel bekend te staan als 'het huis met het bordes' en
zou in de 20ste eeuw onderdak bieden aan het kantongerecht. Het wordt nu nog als
één van de mooiste huizen van Schiedam beschouwd, niet zozeer op grond van de
stoep, maar op grond van het schitterend interieur. De architect Giudici, die ook als
de ontwerper van de Beurs geldt, leverde het bestek en de meestertimmerman Dirk
Huijgen zorgde voor de uitvoering. Huijgen was de zwager van Nolet.
In 1804 werd Comelis wethouder en in februari 1806, nadat de Bataafse Republiek
was omgezet in het koninkrijk Holland onder een broer van de Franse keizer
Napoleon, werd hij burgemeester. Hij bleef dat tot februari 1811. Toen trad hij af,
omdat hij als zakenman failliet was gegaan. Het koninkrijk Holland was ondertussen
alweer verdwenen. Keizer Napoleon had ons land in 1810 ingelijfd bij Frankrijk. Met
de economie ging het slecht. De oorlogen met Frankrijk's vijanden, Engeland voo
rop, deden onze handel geen goed en leegden de schatkist. Er waren verschillende
misoogsten in Europa in 1811 en er dreigde hongersnood. Geen wonder dus, dat de
spanningen hoog opliepen en Comelis zich bewapende met een stuk lood wanneer
hij de deur uitging. Zijn brandersknechten gebruikten de stookijzers als wapens.
Terwijl de politieke carrière van Comelis aldus was afgelopen begon die van zijn
broer Jan goed op gang te komen. Reeds in 1813 maakte hij deel uit van een voorlopig
bestuur voor Schiedam en na de nederlaag van Napoleon bij Waterloo (1815) zag hij
zich in 1816 door koning Willem I tot burgemeester van de stad benoemd. In 1822 ver
liet hij dit ambt, omdat hij zich inmiddels te oud achtte; hij bleef wel tot aan zijn dood
in 1835 lid van de gemeenteraad.
Voortzetting onder nieuwe namen
In ons relaas keren we nu temg naar Jacobus, de arts en brander.
Jacobus had 2 zonen, waarvan de één, Albertus Amoldus, in 1830 op Java in Indo
nesië overleed en de ander, Joannes Albertus Jacobus (J.A.J.), stichtte tezamen met
90