stuurslid van de in 1891 opgerichte Bond van Distillateurs, penningmeester van het departement Schiedam van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Han del, voorzitter van de commissie voor de financiën van het Plaatselijk Crisiscomité en voorzitter van de dr. Nolet-stichting. Deze stichting trachtte een katholiek ziekenhuis in Schiedam tot stand te brengen o.a. met behulp van een legaat van de in 1913 overle den dr. Eduardus Nolet, een zoon van Joannes Adreas, neef van J.A.J. junior en wet houder 1861-1888. Geen eenvoudige zaak, want, omdat het legaat voor een deel uit Russische waardepapieren bestond, verloor het na de oktober-revolutie van 1917 een groot deel van de waarde. Daarnaast bestonden problemen met het aantrekken van verplegend personeel. Het aanvankelijk hiervoor aangeschreven klooster der Domi nicanessen kon niet op tijd genoeg gekwalificeerde zusters leveren. Gelukkig slaagde men er in 1925 in om een overeenkomst te sluiten met de gemeente Schiedam, waarin men voor de verpleging van armlastige katholieken 1 gulden per dag, per persoon kreeg toegezegd. Zo kon het Nolet-ziekenhuis in 1929 alsnog van start gaan. Het Kat holieke Armbestuur en het regentencollege van het Katholiek Weeshuis kregen ook met hem te maken. Hij bekleedt hier functies vanaf 1895 en werd in 1920 zelfs voorzit tervan het College van Regenten. Dit voorzitterschap hield hij 10 jaar vol, toen noop te zijn verslechterde gezondheid hem ertoe om met een ere-lidmaatschap genoegen te nemen. Als voorzitter werkte hij mee aan de viering van het 150-jarig bestaan van het weeshuis (1774-1924). Voor J.A.J. junior was het jaar 1924 nog om andere reden memorabel. De overheid eerde hem met een benoeming tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau en de paus erkende zijn verdiensten door hem tot Ridder in de Orde van de Heilige Gregorius de Grote te benoemen. In dit jaar nam hij tevens zijn zoon Henricus Raymundus, die aan de Technische Ho geschool te Delft had gestudeerd, bij zich in de firma op. Henricus trad op meerdere gebieden in het voetspoor van zijn vader. Hij liet zich opnemen in het Regenten college van het Katholiek Weeshuis en functioneerde binnen het bestuur van de Kat holieke Armezorg. Dit werk bleef hij tot 1944 doen. Zijn echtgenote was Anna Petro- nella van Thiel (trouwdatum 17 mei 1927); zij werd presidente van de Maria-vereniging. Het echtpaar woonde in de Juliana van Stolbergstraat; niet meer bij het bedrijf zelf dus. Op het eind van de vorige eeuw had zich duidelijk een schei ding tussen wonen en werken voltrokken. J.A.J. junior woonde in de Tuinlaan. In 1934 overleed J.A.J. junior en werd Henricus, enig beherend vennoot van de com manditaire vennootschap J.A.J. Nolet. Hij nam toen zijn jongste broer, Paulus Nolet in de firma op en tegelijkertijd realiseerde hij een verbouwing en modernisering van het bedrijf aan de Hoofdstraat. Twee andere broers J.J.G. Nolet junior en Augustinus Nolet waren ook in dienst van de firma. Zoon Petrus ging in de politiek en zoon Wil- helminus in het bankwezen. De huidige eigenaar van het complex aan de Hoofd straat, Carolus Nolet, is een zoon van Paulus, die in 1939 in het huwelijk trad met An na Catherina Teschmacher.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1992 | | pagina 12