De beide broers Jan en Jacob zetten samen het brandersbedrijf voort. In 1709 traden
zij toe tot het brandersgilde. Ook zij hielden in de buurt van de branderij een aantal
varkens om een deel van de spoeling nuttig te gebruiken.
Na het overlijden van Jan in 1711 verkocht Jacob zijn aandeel in de gezamenlijke
branderij en begon zelf een branderij aan de Schie. Daarmee verdween het bran
dersbedrijf van de familie Nolet uit de Boterstraat.
Tweede generatie: Jacobus Janszoon Nolet
Jacobus Janszoon Nolet 1682-1743) deelde in de welvaart die de branderijnijverheid
velen in Schiedam in de eerste helft van de 18e eeuw bracht. Er werd in deze periode
een groot wereldwijd afzet-gebied opgebouwd. De Hollandse jenever werd in veel
landen verspreid over de hele wereld bekend. Jenever werd een belangrijk handels-
en ruilobject.
Waren de branderijen oorspronkelijk vooral gevestigd in de grote steden als Rotter
dam en Amsterdam, in de loop van de achttiende eeuw concentreerden de branderij
nijverheid zich, onder invloed van verschillende omstandigheden, vooral in kleinere
plaatsen in de omgeving van de grote havensteden. Vooral Schiedam en in mindere
mate ook Weesp stonden bekend om het aanzienlijke aantal branderijen dat hier ge
vestigd was. Elders probeerde men eveneens uit graan verschillende soorten gedistil
leerd te stoken, doch de ervaring die de Hollanders en vooral de Schiedammers reeds
hadden opgedaan en de positie die ze zich al verworven hadden, maakten het nieuw
komers bijzonder moeilijk om het produkt te evenaren.
Het 'made in Schiedam' werd in de loop van de tijd een echte aanbeveling voor het
produkt. Schiedam en Schiedammer werden de soortnamen voor het produkt
jenever.
Derde generatie: Joannes Jacobszoon Nolet
In 1743 overleed Jacob.
De lijn die voor het huidige bedrijf van belang is werd voortgezet door de zoon Joan
nes. In 1736 werd hij lid van het gilde. In datzelfde jaar kocht hij voor 6.700 gulden een
branderij aan de Noordvest. Deze branderij bevatte 2 ruwketels en een distilleerketel.
Hij betaalde dan ook gildegeld voor 3 ketels. Hij bezat tevens enkele parten in de
windkorenmolen 'De Star'.
Ook Joannes maakte met zijn bedrijf een belangrijke bloeiperiode mee. De Schie-
damse jenever werd inmiddels over de gehele wereld verkocht. Rond het midden van
de eeuw zorgde een oorlog met Frankrijk ervoor dat ook in eigen land de jenever zijn
concurrentiepositie ten opzichte van de Franse brandewijn kon versterken.
Het verblijf van legers aan de grenzen van het land had ook een gunstige invloed op
de verkoop van de jenever. Een deel van het loon dat de soldaten ontvangen bestond
vaak uit jenever.
Armoede en welvaart
Na het midden van de 18e eeuw werd de toestand van het brandersbedrijf verre van
rooskleurig. Tussen 1756 en 1763 werden 2 oorlogen gevoerd, die een nadelige invloed
op de handelspositie van de Nederlanden hadden. De Schiedamse branders leden
onder de algemene depressie.
103