schillende eisen aan het produkt zelf. Een afnemer in Afrika stelde bijvoorbeeld an
dere eisen aan de jenever dan een afnemer in België. Ook in Nederland zelf werden
door verschillende afnemers verschillende eisen gesteld. Voor iedere afnemer kon
volgens een (iets) ander recept gedistilleerd worden vervaardigd.
De firma voerde dan ook een behoorlijk aantal merknamen. De jenever bestemd
voor West-Afrika had een volledig andere merknaam dan de jenever bestemd voor de
Hollandse markt. Een bepaalde merknaam werd dikwijls maar ook in een bepaald
gebied gevoerd.
Er was in deze periode dan ook nog geen sprake van een grootschalig bedrijf. Over het
algemeen ging het om relatief kleine orders en werd er 'op bestelling' geproduceerd,
ook al was er over het algemeen een voorraad gedistilleerd aanwezig. Uit de brieven
boeken is af te leiden dat op het moment dat een order binnen kwam, er allerlei mate
rialen voor de verpakking en allerlei grondstoffen werden besteld bij verschillende
Schiedamse en soms ook Rotterdamse toeleveringsbedrijven.
Schiedam en Nolet
De naam Nolet is veelvuldig terug te vinden in de Schiedamse Jaarboekjes, de Ge
meenteverslagen en de Verslagen van de Kamer van Koophandel. Naast de firma
J.A.J. Nolet waren er enkele andere firma's waar de naam Nolet aan verbonden was.
In 1883 waren bijvoorbeeld bedrijven in de stad gevestigd met de naam F. Nolet, J.AJ.
Nolet, J.J. Nolet en Co., W.A. Nolet.
Ook in de periode dat de situatie in Schiedam voor de meest branders hard achteruit
gaat, blijft de naam Nolet en de firma J.AJ. Nolet terug keren in de verschillende
lijsten.
Teruggang branderijen
Na 1880 veranderde de situatie in Schiedam. De branderijnijverheid ging in korte tijd
hard achteruit. Onder invloed van een groot aantal factoren liep het aantal brande
rijen in de stad sterk terug. Na 1881, het jaar waarin het hoogtepunt bereikt werd wat
betreft het aantal branderijen, werden steeds meer branderijen buiten werking ge
steld en 'uitgebroken'. Het aantal branderijen was rond 1890 terug gelopen tot on
geveer tweehonderd.
De vraag naar de moutwijn daalde sterk en er werd dan ook steeds minder moutwijn
geproduceerd. In de verslagen van de Kamer van Koophandel werden jaar na jaar
slechte resultaten gemeld.
Het is niet mogelijk een echte duidelijke oorzaak van de teruggang te noemen. Enkele
zaken hebben echter zeker een rol gespeeld.
Als gevolg van een economische crisis, die in veel landen gevoeld werd, gingen veel
landen over tot het nemen van protectionistische maatregelen. De export mogelijkhe
den voor de Schiedammers werden hierdoor sterk beperkt. Aangezien de export van
groot belang was, moesten deze maatregelen de branderijen dus zwaar treffen.
Ook de opkomst van de zogenaamde melasse-spiritus is van groot belang geweest
voor de ontwikkeling van de branderijen in Schiedam. Melasse-spiritus is alcohol
bereid uit melasse. Deze alcohol was veel neutraler van smaak dan de moutwijn.
112