vrijwel onoverkomelijk geworden maar namen de mogelijkheden voor de Schiedam-
se distilleerderijen op de binnenlandse en de buitenlandse markt toe. De firma Nolet
slaagde erin een belangrijke plaats op de overzeese markten te veroveren. De produk-
ten van Nolet werden in landen verspreid over de hele wereld verkocht. Enkele afzet
gebieden waren onder andere België, Aruba, Curasao, Suriname, Indonesië, Noord
en Zuid-Amerika, Engeland, Scandinavië, West-Afrika, Zuid-Afrika en Australië.
Vooral de Westkust van Afrika vormde een belangrijk afzetgebied. Maar ook de Ame
rikaanse en Canadese markt waren van aanzienlijk belang.
Nadat de firma al enkele jaren goede contacten had met twee firma's in Canada,
vroeg zij in 1905 informatie op bij het Nederlandse consulaat in Toronto. De zaken
met Canada werden vanaf dat moment uitgebreid.
Het bedrijf legde echter niet alleen de nadruk op de export. Ook op de binnenlandse
markt werd een belangrijke hoeveelheid gedistilleerd afgezet.
De eerste wereldoorlog
De export bleek in de loop van de twintigste eeuw een bijzonder onzekere basis. Vele
distilleerderijen die volledig afhankelijk waren van de export konden geen stand
houden. Vooral de Eerste Wereldoorlog gaf veel export-distillateurs de doodsteek.
Nederland bleef weliswaar neutraal, maar in de praktijk leverde de handel met het
buitenland vele problemen op. Export naar de Europese oorlogvoerende was onmo
gelijk en ook de export die via deze landen liep was dus onmogelijk. De neutrrale
nederlandse schepen liepen in de praktijk net zoveel risico als de schepen van de oor
logvoerende landen.
Na de oorlog slaagden maar weinig bedrijven erin de schade die zij tijdens de oorlog
hadden te herstellen. De drooglegging van de Verenigde Staten in 1919 vormde bij
voorbeeld een gevoelige klap voor de Schiedamse export-bedrijven.
Ook de Canadese markt ging verloren. De Canadese distilleerderijen werden door de
overheid sterk beschermd, zodat buitenlandse bedrijven nauwelijks mogelijkheden
hadden in dat land. Ook de export naar Zuid-Amerika liep terug. Vele landen werden
geteisterd door oorlogen en revoluties en verhoogden om de eigen industrie te be
schermen de invoerrechten.
De export naar de Westkust van Afrika bleef lange tijd op een redelijk peil. In de loop
van de jaren twintig liep, vooral onder de invloed van enkele Engelse export-
beperkende maatregelen, ook de export naar dit gebied terug.
Onder andere bepaalden de Britten dat de ingevoerde drank uit zuiver graan gepro
duceerd moest zijn en dat jenever vier keer moest worden overgehaald in distilleer
ketels of pottstills. Drie keer om moutwijn te krijgen en eenmaal om van moutwijn
jenever te maken. Pas wanneer een zogenaamd potstillcertificaat was afgegeven
mocht de jenever worden ingevoerd.
De binnenlandse markt
De situatie noopte, zoals blijkt uit de bewaard gebleven brievenboeken, tot grote zui
nigheid bij de firma Nolet.
Op de binnenlandse markt werd in deze periode vooral op fust aan slijters en aan ca-
116