De branche maakte moeilijke tijden door, zeker ook als gevolg van de algehele crisis
van 1929.
De negende generatie: H.R.M.A. Nolet en P.M.A. Nolet
In 1927 wordt de oudste zoon van J.A.J. Nolet, Henricus Raymundus Maria Antonius
Nolet, in de zaak opgenomen. Op het moment dat J.A.J. Nolet in 1934 sterft werd
H.R.M.A. Nolet beherend vennoot van de inmiddels Commanditaire Vennootschap
J.A.J. Nolet. Al snel besluit hij zijn jongste broer Paulus Maria Antonius Nolet op te
nemen in de firma. Aangezien H.R.M.A. Nolet zonder kinderen is gestorven werd
zijn jongste broer ook zijn opvolger.
In de loop van de jaren dertig besluit H.R.M.A. Nolet, waarschijnlijk geïnspireerd
door zijn opleiding aan de Technische Hogeschool in Delft het bedrijf op verschillen
de punten te vernieuwen. Allerlei technische verbeteringen werden aangebracht.
Uit de correspondentie uit deze periode blijkt dat de firma ondanks de crisis zich re
delijk kon handhaven. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog hielden de verkoop op de
binnenlandse en de buitenlandse markt elkaar ongeveer in evenwicht.
Tweede Wereldoorlog
De bezetting van Nederland door de Duitse troepen in mei 1940 maakte alle export
onmogelijk. Het bedrijf werd gedwongen zich te concentreren op de binnenlandse
markt. Maar in de loop van de oorlog werd ook de verkoop van gedistilleerd op de
binnenlandse markt aan banden gelegd. De rantsoenen werden in de loop van de
oorlog steeds kleiner. Gedistilleerd werd schaars en kreeg daardoor een ongelooflijk
grote waarde.
Het bedrijf heeft ondanks de sterk verminderde afzet de oorlog goed doorstaan. De
bedrijfsgebouwen hadden nauwelijks schade geleden. Verschillend malen is wel tij
dens de oorlog geprobeerd in te breken. Ook de bezetters hebben verschillende malen
invallen gedaan bij het bedrijf. De schade bleef echter beperkt.
Herstel
Na de bevrijding heeft het nog enkele maanden geduurd voordat weer drank uit
geleverd kon worden. Het rantsoeneringbureau legde vlak na de bevrijding beslag op
alle voorraden en grondstoffen. De verkoop lag enige tijd volkomen stil.
In de loop van 1945 werd de verkoop van gedistilleerd weer toegestaan. Langzaam
nam de produktie weer toe. Het duurde echter nog enkele jaren voordat de produktie
en verkoop van gedistilleerd weer geheel vrij werd gegeven.
Vlak na de oorlog had het bedrijf, naast het toegewezen rantsoen, de beschikking over
een aanzienlijk voorraad gedistilleerd. Voor het uitbreken van de oorlog hadden de
heren Nolet namelijk een hoeveelheid gedistilleerd ingemetseld, om het op deze wij
ze niet in de handen van de eventuele bezetters te laten vallen. Deze voorraad gedistil
leerd werd in de eerste correspondentie vlak na de bevrijding bij klanten uitgebreid
aangeprezen. De bewaard gebleven drank was enkele jaren gelagerd geweest en daar
door was de kwaliteit alleen maar toegenomen. In de schaarse tijden vlak na de oor
log vormde deze voorraad een bijzondere buitenkans voor het bedrijf.
Op allerlei manieren probeerde Nolet de contacten met de binnenlandse afnemers en
ook met de buitenlandse afnemers te herstellen. De export had natuurlijk een tijd vol-
118