het produkt niet onder een bepaalde prijs mocht worden verkocht. Het nieuwe pro-
dukt werd in de loop van de tijd een bijzonder populaire jenever.
Tevens werd het uitgebreide assortiment van de distilleerderij teruggebracht tot een
klein, maar sterk assortiment. Het oude Nolet-assortiment verdween nagenoeg ge
heel van de markt. Men concentreerde zich bijna volledig op de verkoop op de Neder
landse markt.
Het bedrijf is in de loop van de tijd sterk gemoderniseerd; Er is bijvoorbeeld een mo
derne 'bottle-lijn' geïnstalleerd. De wijze van produceren blijft echter centraal staan.
De oude met kolen gestookte 'Ketel 1' neemt een belangrijke plaats in de distil
leerderij, naast de andere grote op gas gestookte roodkoperen distilleerketels.
De bewuste keuze die de heren P.M.A. Nolet en zijn zoon C.H.J. Nolet in de jaren
zeventig hebben gemaakt heeft ervoor gezorgd dat het bedrijf nu floreert. Zij is op het
ogenblik een van de weinige zelfstandige familiebedrijven in de gedistilleerd-
branche.
Inmiddels heeft zich een nieuwe generatie aangediend.
GLASFABRIEK DE BATAAF
Er is een tijd geweest dat Schiedamse en Rotterdamse distillateurs grote belangen
hadden in glasfabrieken. Want terwijl vanaf 1880 het snel bergafwaarts ging met de
branderijen in Schiedam, beleefden de distillateurs juist goede tijden met de grootste
omzetten in de jaren vlak voor de eerste wereldoorlog. En in die tijd werd steeds meer
op fles verzonden in plaats op fust. Dit maakte dat vanaf 1905, naast de twee bestaande
glasfabrieken in Schiedam, waar distillateurs als commissaris bij betrokken waren,
J.J. Melchers, H. Jansen en Hasekamp zelf glasfabrieken stichtten. Een groep klei
nere distillateurs wilde gezamelijk een bestaande glasfabriek in Capelle aan de IJssel
overnemen en toen dit niet lukte richtten zij 'De Bataaf op. Deze glasfabriek lag in de
polder 's-Gravenland bij de rolbrug aan de grens van Schiedam.
Deze begon eind 1912/begin 1913 met de produktie. Als firmanten traden op de distilla
teurs T.A.J. Zoetmulder en RJ. Kleijpool. Er was een Raad van Beheer met de Rotter
damse en Schiedamse distillateurs, waaronder J.A.J. Nolet. Als voorzitter trad op
Harwegen den Breems van de firma A. Houtman Co. De installatie, een Siemens
oven met negen dubbele 'werksteden' bleek al spoedig te groot voor de deelnemende
distillateurs en het overschot aan capaciteit werd benut voor het maken van demi
johns, vooral afgenomen door de mandenmakerij A Strijkers in Tiel. De eerste wereld
oorlog brak uit en het bedrijf lag tot 1916 stil en heeft daarna nog onregelmatig tot
1920 gewerkt. Niet alleen bleef de jenever export sterk achter, maar ook de technische
ontwikkelingen maakte flessenproduktie in minder fabrieken - maar met veel grote
re capaciteit - noodzakelijk.
(met dank aan J. de Pater voor verstrekte informatie) (W.S.)
120