ten betalen. Van de aldus opgelopen boetes zou de ene helft in de kassen van de Ar- mekamers worden gestort en de andere helft kunnen worden opgeëist door de officier in dienst van het gerecht (zeg maar: diegene, onder wiens verantwoordelijkheid de huiszoeking is uitgevoerd). Vervolgens bleef het een tijdje stil rondom 'De Koeck in de Pan', maar in 1699, op 10 augustus, moest de logementshoudster verschijnen voor de heren burgemeesters. Haar werd aangezegd, dat ze zich ervan moest weerhouden om onderdak te verlenen aan landlopers, zwervers en dergelijk volk. Zo niet, dan zou ze met hen gearresteerd worden. Jan Lucasse Nolet was er kennelijk niet in geslaagd de toestanden in het pand afdoende te verbeteren en hij mocht blij zijn, dat hij de in 1695 in het vooruit zicht gestelde boetes niet opgelegd kreeg. In 1706 was er opnieuw narigheid met 'De Koeck in de Pan'. Op 15 maart stond Jan Nolet junior voor de burgemeesters, omdat hij in het logement ongepaste liederen, die beroering en onrust teweegbrachten, had laten zingen. Hij kreeg een reprimande. Het einde van dit verhaal kwam in 1718, toen de weduwe van Jan Lucasse Nolet, het pand - overigens met winst - doorverkocht aan Comelis Peekstock. (M.H.) LEMON GIN V SCHIEDAM .1 A J NOLET S. SCHIEDAM y GESTOOKT DOOR r.l V Schiedam-j 124

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1992 | | pagina 44