DE OORLOGSTIJD M. van 't Hof Ten gevolge van de oorlog werd de verstrekking van jenever gerantsoeneerd, waarbij men het jaar 1939 als uitgangspunt nam. Wie in 1939 een bepaalde hoeveelheid jenever bij J.A.J. Nolet had gekocht, had in 1940 recht op hetzelfde aantal liters bij ge lijkblijvend alcoholpercentage. Alleen, indien men genoegen nam met een lager al coholpercentage was het mogelijk meer te ontvangen. Zo ongeveer: 1 liter a 50% of 5 liter a 10%. De producenten van jenever hadden zelf eveneens te maken met rantsoenering. De grondstoffen waren niet vrij verkrijgbaar. Er was een beperkte hoeveelheid brandstof. De prijs werd herhaaldelijk fors verhoogd. Al vanaf het begin was er dus sprake van schaarste en dit werd duidelijk weerspiegeld in de vele brieven, die de firma ontving met allerlei - men zou haast zeggen - smeek beden om jenever. Groothandelaren, café's, restaurants, verenigingen, clubs en individuele particulier en deden een beroep op de firma. Men verzocht om het advies van Nolet of om be middeling bij het rantsoeneringsbureau. Dit kon zijn, omdat men vond dat het jaar 1939 als basis voor het toekomende rantsoen jenever bijzonder ongelukkig uitkwam, daar het door allerlei oorzaken uiterst negatief afstak bij voorafgaande jaren of het kon zijn dat een gedeelte van het toegezonden rantsoen op één of andere wijze was zoek geraakt en men vervanging wenste. Particulieren vroegen vooral om toezending van een bepaalde hoeveelheid jenever. Ze konden maar niet geloven dat er in hun geval geen souplesse betracht kon worden. Men verwees naar bruiloftsfeesten, naar het feit, dat men eigenlijk door toeval in 1939 geen klant kon zijn van de firma, naar een aanbeveling van een familielid van de heer Nolet; men deed een beroep op diezelfde heer Nolet (in dit geval Henricus Raymun- dus oftewel Hans Nolet) als medelid van de A.K.W.V. (de Algemene Katholieke Werkgevers Vereniging). Men benadrukte, dat men al jarenlang trouw klant was enzovoorts. Een man schreef: Juist in deze tijden heejt men dubbele behoejte aan een hartversterking. Het is anders niet mogelijk ook maar enigszins een optimistische kijk op de toekomst te hebben Een ander 'Ik weet wel, dat het niet juist is om in tijden van schaarste een nieuwe leverancier te zoeken, doch noodzaak noopt ons hiertoe en wie goed doet, goed ontmoet. Mag ik U bij voorbaat danken?' Weer een ander zag de hopeloosheid van een dergelijk pogen schijnbaar in en stelde de firma de vraag of het gemis aan 'Dubbele Adelaar' (merknaam van een jenever van de firma J.A.J. Nolet) enigermate te ondervangen was door een surrogaat-borrel. Zonder gaf steeds meer ontevredenheid. Het kwam ook voor, dat tussenleveranciers hun leveranties stopzetten en de afnemers zich vervolgens rechtstreeks tot Nolet wendden. 128

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1992 | | pagina 48