Ook de Gemeenteraad was in meerderheid liberaal, met een vrij sterke katholieke
minderheid. De Burgemeester was eveneens van liberale huize. Toentertijd werd het
ambt bekleed door P.J. van Dijk van Mathenesse, een rasechte Schiedammer. Gedu
rende vele jaren was hij zeer populair. Dit veranderde door de zaak Beffers. Beffers
was de gemeente-ontvanger, sinds jaren her. Ik zie hem nog lopen, dik buikje in het
midden, kleine beentjes, die met korte dribbelpasjes liepen eronder, een gladgescho
ren gezwollen rood gezicht erboven. Men zei, dat hij 's avonds de cognacfles geducht
aansprak en des daags op het kantoor dienvolgens ongenietbaar was.
Ongetwijfeld bestaat er een nauw verband tussen een kater en slecht humeur. Maar
waarom dronk hij zich telkens een kater? Omdat voortdurende onrust hem kwelde,
zei men later. Zijn kas was niet in orde al sinds lange periode en hij wist het. Iedere
dag kon de catastrophe brengen. Die kwam inderdaad. Voor velen was het als een
donderslag bij heldere hemel. Beffers gearresteerd, wegens fraude met de gemeente-
fmaniën.
Bij zijn verhoor in het openbaar verklaart hij zich onschuldig. Maar in de tijd van de
vee-onteigening op grote schaal, toen in het spoelingsdistrict een zeer gevaarlijke en
zeer besmettelijke ziekte onder het vee was uitgebroken en het vee bij honderdtallen
tegelijk werd afgemaakt, als enig middel om de verspreiding van de ziekte tot staan te
brengen, toen was er maar steeds gegrepen en gegrepen in de gemeentekas, zo het
schijnt buiten de ontvanger om, en het gemeentegeld was verdwenen. Wie had het
zich toegeeigend?
Men fluisterde, men beschuldigde. 'Men' weet immers altijd alles. Maar 'men' heeft
niet te beslissen. Dat doet in een rechtsstaat goddank nog de rechtbank. Eén der
hoofdgetuigen was de Burgemeester. Die hield zich op de vlakte. Zijn herin
neringsvermogen liet hem voortdurend in de steek. Ja, hoe was dit of dat ook weer ge
gaan? Hij kon het zich niet herinneren. Jammer, want de juiste toedracht was van
zoveel gewicht bij de berechting in deze zaak. In ieder geval bleek, dat de controle op
het beheer van de gemeentefinancién wel zeer gebrekkig was geweest. Het slot was de
veroordeling van Beffers. Maar de publieke opinie was niet bevredigd. Het gemompel
verstomde niet en de autoriteit van de burgervader was zeer geschokt. Hij week voor
de dreiging en vroeg ontslag om gezondheidsredenen.
Ziezo, dat is een stukje politiek, waarvoor het ten tonele verschijnen van de Schie-
damsche Courant de aanleiding was. Maar nu verder over die krant. Ze werd eerst uit
gegeven bij G. Odé, de boekhandelaar op de Grote Markt, daarna bij diens broer, J.
Odé, de drukker uit de Boterstraat, welke verhuizing voor de krant niet veel goeds be
loofde, immers van de Goden naar de Joden.
Ja, die Schiedammers waren wel geestig! Wie op de normaalschool het héél bont ge
maakt had, werd door de direkteur J.C. Sander naar de schoolopziener C.J. Vaillant
gestuurd. De kwekelingen noemden dat heel profaan: 'van Onze Lieve Heer J.C. naar
Onze Lieve Heer C.J.'. Foei, jongens! Laat Dominee Westrik het maar het niet horen!
Die brengt het op de kansel, zoals hij de H.B.S.- ers erop bracht, die David 'bitter' lie
ten wenen, 't Zou voor hem een opluchting zijn, zo eens heerlijk te fulmineren over
die godslasterende aanstaande openbare onderwijzers. Weg ermee, leve de School
met den Bijbel!
De uitgever J. Odé had twee zoons. De oudste A.W.M. Odé is een bekend beeldhouwer
26