HET ALOUDE SCHIEDAMSE LIED
(THE OLD SONG OF SCHIEDAM)
Wim Snikkers
In dit artikel wordt ingegaan op de onbeschermde naam Schiedam en het gebruik van deze
naam en op andere wel beschermde namen: de merknamen. Met het verdwijnen van jenever
als mondiaal artikel is op den duur ook Schiedam als naam voor jenever maar ook als sym
bool langzamerhand verdwenen. Waarom jenever van het wereldtoneel is verdwenen wordt
heel summier ingegaan.
Eigenlijk een merkwaardige situatie! Vroeger was in grote delen van de wereld de
naam Schiedam bekend; deze naam stond voor 'jenever'. In Schiedam is natuurlijk
'altijd' wel jenever gemaakt, maar in onze buurstad Rotterdam werd waarschjijnli jk
in de top jaren meer jenever geproduceerd terwijl van Hoytema Co. uit Culemborg
misschien tijdelijk de grootste exporteur is geweest. Er is een curieus boekje bekend
uit 1883, waarin beschreven is een tocht langs Nederlandse jeneverstokerijen door
een redacteur van het Engelse tijdschrift 'Licensed Victuallers' Gazette'. Zo komt hij
bij John de Kuyper, Blankenheijm Nolet, Van Duiken Weiland Co., Lutz en van
Langeveld; allen te Rotterdam en bij van Berckel Co. te Delft (in 1809 had een Duitse
reiziger van Berckel de grootste brandewijnstokerij in Holland genoemd). Onze Engels
man maakt ook een uitstapje naar Amsterdam waar hij de grootste likeurfabrikant
Wijnand Fockink bezoekt. Opmerkelijk dat geen Schiedamse distillateur wordt be
zocht, hoewel wij wel enkele namen herkennen. In de loop der jaren zijn veel bedrij
ven uit Rotterdam naar Schiedam getrokken, de laatste grote invasie was na het bom
bardement op Rotterdam.
Het grote produkt van Schiedam was moutwijn, waarvan anderen dan weer het eind-
produkt jenever maakten. En toch blijft het merkwaardig! De naam van de stad waar
de grondstof werd gemaakt, het tussenprodukt waar het grote publiek slechts indirect
mee te maken kreeg, ging over als symbool, als aanduiding voor het eindprodukt.
Bovendien werd ook in Rotterdam, Deifshaven en enkele andere steden veel mout
wijn gemaakt. En niet te vergeten Weesp, dat echter als grote leverancier al was ver
dwenen toen Schiedams laatste grote bloeiperiode (1850-1880) nog moest komen.
Men kende ook Weesper jenever en zelfs lieten nog rond 1885 toen wegens een ver
beterde wetgeving een golf van deponeringen van merken plaats vond, nog Schie
damse distillateurs merken en beeldmerken met de naam Weesp opnemen. Weesp
had een vergelijkbare positie ten opzichte van Amsterdam als Schiedam ten opzichte
van Rotterdam: grondstofleverancier. Amsterdam heeft vroeger nooit een grote rol
gespeeld als jenevermaker. Amsterdam was het centrum van likeurfabricage. Neder
land was één van de grote likeurlanden van de wereld dank zij onze internationale
contacten en deze ontwikkeling had zich helemaal gescheiden van de jenever
voltrokken. Pas veel later begaven de fabrikanten zich op eikaars terrein. Veel
jenevermakers gingen pas na de Eerste Wereldoorlog ook likeuren maken en enkelen
werden daar veel bekender van.
4