Wereldmarkt
Jenever was vroeger één van de weinige internationale dranken en speelde op wereld
niveau een grote rol. Cognac was al internationaal maar duur. whisky werd nog groten
deels in de produktiegebieden gedronken. Verder was er in het algemeen nog niet zo'n
grote internationale uitwisseling van consumptiegoederen. In de tijd dat de Neder
landers nog alle zeeën bevoeren kwam in de landen die werden aangedaan meestal
ook wel jenever terecht. En eenmaal gelegde contacten bleven soms heel lang be
staan. Een ongelooflijk grote rol hebben de handelshuizen en scheepvaartmaat
schappijen gespeeld (dikwijls was dat een gecombineerd bedrijf). Veel merken waren
eigendom van deze bedrijven. Soms kocht een kapitein-koopman voor eigen
rekening hier jenever, om in het bestemmingsland deze ter plaatse te veilen, wat dan
in de lokale pers werd aangekondigd. Maar het aloude Schiedamse lied is verstomd.
Hoe komt dat? Getracht wordt enkele oorzaken te achterhalen.
Strijd
Doorlopend hebben de exporteurs strijd geleverd tegen concurrerende dranken als
rum, whisky en de vele plaatselijke dranken. Tegen oneerlijke of vermeend oneerlijke
concurrentie maar vooral ook tegen elkaar. Er zijn voorbeelden bekend van schaam
teloze imitaties van eikaars beeldmerken en etiketten. Soms aangegeven door de
plaatselijk importeur die een voorbeeld zond hoe het etiket er uit moest zien. Dat was
dan het etiket van een collega distillateur dat het toch zo goed deed op de lokale
markt. Nog na de Tweede Wereldoorlog trof men tijdens een rondreis door Afrika on
geveer 16 maal het niet terecht gebruik van de bekende Melchers Olifant als
beeldmerk aan. Waaronder de Franse licentienemer van de Melchers jenever die het
beeldmerk ook voor andere produkten gebruikte. Het was vlak na de oorlog en men
trachtte de oude markt weer binnen te komen en de Fransen hadden het zo geregeld
dat Franse bedrijven makkelijker toegang hadden tot de Franse koloniën.
Merkrechten
Zeker vroeger had men weinig zicht op wat zich in een ver land afspeelde op het ge
bied van inbreuk van merken. In de loop der jaren zijn er over etiketten, namen en
beeldmerken talloze conflikten en soms processen geweest. Toen zo'n eeuw geleden
de bescherming van merken internationaal werd geregeld had het zin om eigen mer
ken en beeldmerken te introduceren. Maar de indiener moest zelf actief'waken' tegen
inbreuk van zijn eigen merk en wie bepaalt nu wanneer iets een imitatie is en wanneer niet?
Bovendien zijn er landen die niet alle conventies hebben ondertekend. Deze
zijn het Unieverdrag van Parijs (1883) ter bescherming van het industriële eigendom
en de Bemer conventie van 1886, bescherming van literaire en artistieke werken. Ver
der regelt de Overeenkomst van Madrid (1891) de internationale inschrijving van
merken.
In Nederland kennen wij, hierop gebaseerd, de Auteurswet (1912), de Benelux Model
lenwet en de Benelux Merkenwet (1971) met al hun voorlopers en wijzigingen. Voor
dat vanaf 1883 internationale regelingen tot stand kwamen kenden al veel geïndu
strialiseerde landen een zekere merkbescherming, in Nederland gaat dit terug tot
1811 toen een Franse wet van kracht werd. De Modellenwet beschermt het nieuwe ui-
5