voor de eerste maal bijeen was geweest, de hartstochtelijke verkiezingsleuzen, alsof
ze deze opgeslorpt hadden gelijk een accumulator de stroom, deden weergalmen. Ik
heb het aristocratische Odéon aan de Singel gefrequenteerd als lid van de H.B.S.-ver
eniging; ik heb wel eens aan een bruiloftsdiner aangezeten in het deftige grachtenhuis
dat Maison Couturier heette. Musis heb ik in zijn negentiende-eeuwse en begin twin-
tigste-eeuwse gedaante niet gekend, maar ik stel mij voor, dat ook daar bewonderen
de, trotse ouders elkaar hebben toegelachen, als hun spruiten op beverige benen koers
zetten naar de schouwplaats van hun toneelspeelkunst. En in de vestiaire zullen de
jonge dochters zich van hun mantels hebben ontdaan, de blik gericht op de vriendin
nen om van hun gezichten het oordeel over de eerste lange jurk af te lezen. Maar dit
alles speelt zich slechts af in mijn misschien al te levendige verbeelding. Feiten, zo
hoor ik roepen, feiten! Ik schaam me het te zeggen, maar weinig feiten zijn mij
bekend. Niettemin, zie hier dan het weinige, dat ik weet. De 2e, 4e, 5e, 7e, 8e en 10e
Maart anno 1842 compareerden voor Meester Karei Arnold Poortman, openbaar
Notaris te Schiedam, in tegenwoordigheid van Willem Christiaan Kimmijser, winke
lier en ondernemer van openbare verkopingen en Teunis Keuzenkamp, bediende van
het Schiedamsch Departement der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, als getui
gen hiertoe verzocht, een aantal „Heeren en Mejuffrouwen", allen mede te Schiedam
woonachtig. En de comparanten kwamen overeen met elkaar op te richten een ver
eniging, welke de naam zou dragen van Musis Sacrum. Het hoofddoel der vereniging
was: de bevordering der beoefening van fraaie kunsten en wetenschappen binnen
genoemde stad. Deze goedwillende burgers beloofden een kapitaal bijeen te brengen
van tenminste zeventienduizend vijfhonderd gulden. En het geld kwam bij elkaar. De
ene stortte duizend gulden een andere achthonderd, een derde vijfhonderd, weer
anderen vierhonderd, driehonderd gulden en minder. Schiedams Burgemeester, Jan
Loopuijt, koopman en commissionnair, ging voor met vierduizend gulden, op de
voet gevolgd door Simon Rijnbende, kantonrechter, distillateur en koopman, met
een bedrag van duizend gulden.
Door burgerzin kwam Musis tot stand, burgerzin, zo typisch voor de 19e eeuw waar
aan Amsterdam zijn Vondelpark en zijn Stadsschouwburg dankt. En ik vermoed dat
een van de motoren bij de oprichting was de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
die instelling die zo heel veel heeft gedaan voor de volksontwikkeling in de liberale
tijd. De 1 le Oktober 1842 werd gebouw Musis Sacrum plechtig ingewijd. Wat er in
de loop der tijden te zien en te horen was in Musis, de dagbladen geven er ons een
denkbeeld van. Politieke vergaderingen, in 1877 sprak er Mr. Gashuis; soirées, o.a.
van The Frederika Troupe, voorstellingen van „het beroemde Chinese gezelschap";
concerten, soirées musicales, optreden van het Duits Opera-orkest (2-12-1878). En
met vlammende letters staat in het geschiedboek van Musis geschreven een voor
drachtavond van Mulatuli op 12 Januari 1880 en nog eens in 1881. Bekende namen
ontmoeten we in de annalen; de familie Bamberg (wie herinnert zich niet Papa
Bamberg, de vermaarde goochelaar), de 23e Juni 1881. Goochelaars voelden zich
blijkbaar sterk aangetrokken tot Musis ofwel uitgaand Schiedam tot de goochelaar. In
1882 zag men er een honden en apentheater. Maar ook de allergrootsten kwamen in
Musis. In 1884, de 21e van de le maand, hoorde men er de voordracht van één der
steunpilaren van Rotterdam's toneel in zijn gulden tijd: de grote tragédienne Catherine
Beersmans. Na de eeuwwende eiste de politiek een grotere plaats op; de politieke par-
52