dachte (de politiek is nog niets veranderd!) en een kleine aanvaring tussen mr. Jansen
("sprekers (Gouka) voorstel is om de zaak op de lange baan te schuiven") en Gouka
(déze ontzegt mr. Jansen het recht hem dat toe te dichten), komt er inderdaad een
commissie. Deze bestaat uit M.L. Honnerlage Grete, M. Kranen, P. Loopuyt,
R.H.M.A. van Gent en W.A. Beukers.
Nu gaat de Bond van distillateurs zich ook roeren. Blijkens een verslag in de krant
van 7 oktober 1900 spreekt de Bond van Distillateurs (uit heel Nederland), bijeen in
vergadering te Rotterdam zich met grote meerderheid uit "een dergelijke verordening
(van de "Controle") te moeten bestrijden als te zijn ten enenmale onuitvoerbaar".
Later zouden de distillateurs nog verder gaan.
De Raadscommissie komt op 25 maart 1901 met een uitvoerig rapport. En ook deze
commissie is verdeeld. Zij schrijft "Resumerende hebben wij de eer (met drie tegen
twee stemmen) aan uwe vergadering voor te stellen: I als uw gevoelen uit te spreken
dat invoering eener controle op de echtheid van Schiedamschen jenever wenselijk is,
mits op uitvoerbare en eenvoudige wijze geregeld." Maar wel is de commissie een
parig tegen de uitgifte van gemeente wege van etiketten. Zij denkt meer aan certifi
caten, per partij uitgeven en dan nog alleen aan de eerste afnemer en alleen in
Schiedam. Op 7 mei 1901 komt de Raadsvergadering waarin besluiten vallen. Voor
invoering van de Controle is een grote meerderheid: 16 tegen 3 stemmen. (Tegen: de
heren Loopuyt, van Gent en de Groot). Maar nu de uitvoering. Wel of géén etiketten,
zoals de Raadscommissie wil? Maar merkwaardig, hier wordt het eenparig advies van
de commissie niet gevolgd. Uitslag: wel etiketten, zoals door B&W voorgesteld met
11 vóór en 8 tegenstemmers. In een ingezonden brief in de krant van 9 mei spreekt
een zekere Z. daar zijn verbazing over uit en noemt niet alleen de beroepen der
Raadsleden (als of dat er iets toe doet) maar merkt ook op dat alle branders en alle dis
tillateurs tegen het etikettenstelsel stemden. Tegen stemmen M.C.M. de Groot, com
missionair; P. Loopuytdistillateur; H.R.M.A. van Gent, brander distillateur; W.A.
Beukers, brander; G. Visser Bzn, distillateur; P. Brillenburg, makelaar; M.L.
Honnerlage Grete, brand dist., M. Kranen, brander. Vóór: H.B.E. Blaisse, notaris, dr.
D.N. Janssen, arts; A. Gouka, apotheker; F.J. Smit, mr. broodbakker; C. v.d. Vlies,
aannemer; P.M.J.A. Lagerwey, kolenhandelaar; J.J. Pinkster, mr. metselaar; C. Klein,
fustenfabrikant; D. Ris Jzn, arts; J.H. Westerdorp J. Dz, apotheker; P.C.M. Jansen,
commissionair. Afwezig was M. Dienske, commissiaris van het loods wezen.
In tegenstelling tot de Brandersbond was de bond van Distillateurs tot nu toe vrij pas
sief geweest. Misschien had zij in de veronderstelling geleefd dat de Raad de Controle
zou afstemmen en in ieder geval de Controle-etiketten, waar immers de
Raadscommissie unaniem tegen was, niet zou goedkeuren. De Bond van Distillateurs
ging zelfs zo ver dat zij Hare Majesteit de koningin in overweging gaf, gebruik te
maken van haar koninklijk recht de schorsing der bedoelde Verordening te bevelen,
ten einde na gedaan onderzoek te willen bevelen de vernietiging daarvan. Een van de
argumenten was dat Gemeenteraden zich niet moeten gaan mengen in de wijze van
bereiding van produkten. De Raad was toch wel onder de indruk en toen op 28 juni
1901 een crediet aangevraagd werd en een tijdelijk controleur (W.F.H. Eckenhausen)
moest worden aangesteld wilden sommige leden in ieder geval de datum van in wer-
62