de drukste overweg van Nederland, mede in verband met de lijn naar Den Haag en
die naar Hoek van Holland met zijn internationale treinen. In de bocht naar die
spoorwegovergang stond een houten gebouw, in de trant van de bekende houten
spoorwegwoningen, waarin een kantoor van de N.S. was gevestigd, ik meen van de
sectie weg en werken, zoals die sectie van de N.S. heette.
Daarnaast zat de lichtdruk en copieerinrichting van Heggelman als hoofdbedrijf. La
ter had hij de vertegenwoordiging erbij van de verlichtingszaak van B. en W. Sweers
uit Rotterdam, een firma in exclusieve verlichting. Heggelman installeerde in onze
winkel (er waren toen uiteraard nog geen T.L.-buizen, alleen gewone gloeilampen)
een piramide-vormige lamp, midden in de winkel boven het hakblok. Wanneer je die
lamp inschakelde was het net of de zon scheen. Er zat dan ook een lamp in van 500
Watt. Men keek toen niet op 100 Watt.
Vervolgens het sigarenmagazijn van Marsbergen, waarin kort na de oorlog een re
paratieinrichting kwam van nylon kousen. Met een klein apparaatje werden de lad
ders in de kousen opgehaald, zodat de kousen er weer als nieuw uitzagen. Nylons wa
ren in die jaren nogal schaars, zeer duur en ontzettend gewild.
De volgende zaak was van de bekende bakker Rook. Daarnaast de sigarenwinkel,
met de mooie terrazzo-pui, van de Ronde. De Ronde was bankloper, zoals dat toen
heette. Kwitanties innen enzovoorts. Mevrouw de Ronde stond achter de toonbank.
Het was een van de betere sigarenzaken van Schiedam.
Hiernaast zat de fietsenmaker Scheffers, een zeer kleine zaak met veel klanten. Dan
ook de kleine winkel in zuivelprodukten van mijn oom Frank Kool. En als laatste
voor de Overschiese Dwarsstraat de groentewinkel van Van Mourik. Wat werkten al
die mensen hard en lang! Ik heb wel eens gedacht in die tijd: op de Singel zijn 35 wel
varende winkeliers, die mensen moeten er wel tegenaan, maar ze hebben het dan ook
wel beter dan de gemiddelde fabrieksarbeider. Aan de andere kant van de Dwars
straat was de sigarenzaak van Henk Wissing, een zwaar invalide man. De man en de
vrouw gingen om beurten 's morgens om 6 uur in de winkel, voor de verkoop aan de
voorbijgangers die de vroege treinen moesten hebben, en dat waren er nogal wat.
Daarnaast een groentezaak, de naam ben ik vergeten. Op de plaats van de sigaren
zaak en de groentezaak, op de hoek van de Dwarsstraat, was in mijn zeer jonge tijd
een boerderij, ik meen van Jan Holierhoek, de man die volgens mijn vader eens koet
sier was bij de 'hut', oftewel de glasfabriek aan de Buitenhavenweg. Toen hij de hon
derdduizend had gewonnen op een heel lot in de Staatsloterij is hij toen daar een
boerderij begonnen, volgens mijn vader. Hij kwam bij ons in de winkel, een beste
klant, en had de gewoonte om 1 maal per maand te betalen. 'Hoeveel krijg je van me.
Jan', vroeg hij dan en dan kwam er een netjes geschreven nota tevoorschijn. 'Hier is
de nota', zei pa dan. 'Gooi dat ding maar weg, dat is wel goed', zei hij dan.
Na de sloop van de boerderij zijn er op die plaats 3 winkels gebouwd. In één daarvan
opende Piet van Ree zijn slagerij, toen hij voor zichzelf begon. Later verhuisde hij
naar de overkant.
Vervolgens de bekende rijwielhandel van fietsenmaker Struik. Zijn zoon, die enkele
jaren in de zaak van zijn vader had gezeten, verhuisde later naar de Dorpsstraat in
Overschie, recht tegenover de Rotterdamse Rijweg. Ook in dat rijtje de gereedschaps-
en ijzerhandel van P. Stahlie, vele jaren. De volgende winkel was de kleintextielzaak
87