combineerde vennootschappen werden voortgezet onder naam N.V. Vereenigde
Glasfabrieken (United Glassworks), gevestigd te Schiedam. Tot directeur werden be
noemd T. de Meester, directeur van de N.V. Vereenigde Glasfabrieken Leerdam-
Vlaardingen en H.A.P. Pijnacker van 'De Schie'.
De laatste vijftig jaar
Als in mei 1940 de oorlog ook Nederland in zijn maalstroom betrekt is er in de Neder
landse glasindustrie, onder andere door de concentratie van verschillende fabrieken,
een burcht gevormd. Gedurende de oorlogsjaren werden op alle produktieplaatsen
de machines onder handen genomen, alles wat maar enigszins mogelijk was werd ge
daan om de vijand te weren. Directeur H.A.P. Pijnacker woonde van 1943 tot 1945 op
het kantoor te Schiedam om dag en nacht beschikbaar te blijven.
Aller ogen waren gericht op de toekomst. Reeds in mei 1944 werd aan de burgemees
ter van Schiedam gevraagd om te zijner tijd in de gelegenheid te worden gesteld om
onderhandelingen te beginnen over de aankoop van een groot stuk grond ten oosten
van het fabrieksterrein. Op 9 maart 1950 werd de eerste van de vierhon
derdnegenentwintig palen geslagen voor de bouw van een geheel nieuwe fabriek in
Schiedam. Maar in juni 1950 begon de oorlog in Korea. Deze had over de gehele we
reld een enorme vraag naar goederen ten gevolge. In het bijzonder in de ijzervoorzie
ning ontstonden grote moeilijkheden. Maar om kort te gaan, V.G. mag dan tijdens de
bouw van de fabriek de wind niet hebben mee gehad, de letters V.G. betekenden toen
en vandaag nog: Vooruit Gaan. Op 11 januari 1952 werd dan ook de eerste oven met
vier grote Roirant-machines in bedrijf gesteld.
Op 25 november 1958 leed de vennootschap een gevoelig verlies door het overlijden
van haar president-directeur de heer H.A.P. Pijnacker die gedurende meer dan
zevenendertig jaar de belangen van V.G. diende.
In de loop van 1959 werd de N.V. Kristalunie Maastricht te Maastricht in het concern
opgenomen. Ook hier is het 'Leitmotiv' geweest: eendracht maakt macht. De samen
werking maakte het mogelijk op de juiste wijze de produktie effectief te verdelen. En
dit alles met het grote doel: de bestaanszekerheid van de Nederlandse glasindustrie
met haar grote aantal werknemers te verzekeren.
In 1960 werd in Schiedam begonnen met de bouw van nog een nieuwe fabriek,
(de 7e).
Met deze nieuwe fabriek werd beoogd het produktieproces verder te mechaniseren en
minder loonintensief te maken. Daarnaast was het streven gericht op verbetering van
de kwaliteit van het produkt en de versteviging van de positie van V.G. op de
binnenlandse- en buitenlandse markt.
Eind 1962 was de nieuwe fabriek gereed; met de inbedrijfstelling konden enkele
verouderde fabrieken buiten bedrijf worden gesteld.
De produktie van verpakkingsglas te Delft werd in maart 1963 ondergebracht in
Schiedam waar de capaciteit van de nieuwe ovens voldoende ruimte bood.
Na enkele mutaties in de leiding, onder andere door het overlijden van de inmiddels
tot directeur aangestelde mr. DJ. Koeleman werd in oktober 1965 drs. G.M.J. Heule
tot algemeen directeur van de Vennootschap benoemd. De directie bestond toen tij
delijk uit ir. M. Greutert en drs. G.M.J. Heule. Op 31 december 1966 werd aan ir. Greu-
123