stellers en glasmakers werden van deze gedwongen rust niet wijzer. Respectievelijk 10, 30 en 60% was de beloning voor het werk per nacht voor de drie laatst genoemden. De hut ligt thans volkomen stil en is tot rust gekomen. Nog steeds heerst er een grote hitte. De 'Spitse Stok', Janus van Os, beijvert zich de dorstige keel te laven met koud bier, dat in allerijl is gebracht. Het gaatjes knippen in de 'Bierkaart' gaat Van Os goed af. Voor elke fles een gaatje. Glasmaker Dries van Leeuwen en steller Jaap van Dijk zijn in het pleeghok in heftige discussie gewikkeld over het werk van de beide 'Borrelsorteurs', J. van de Heuvel en J. van Brugge, die, naar de mening van de twee eerstgenoemden, weer te veel hebben af gekeurd van het werk uit de vorige nacht en niet minder dan 84 'Kannetjes' hebben stuk gesmeten. Kwade tongen beweerden dat het aantal per nacht afgekeurde flessen sterk verband hield met de vriendschap tussen hen beiden en de betrokken glas makers. Ook hier zal de waarheid wel in het midden liggen. Wat wel zeer zelden voorkomt gebeurt thans. De Directeur, Antoon van Deventer, heeft zich, nu alles stil ligt, naar de hut begeven gevolgd door de bedrijfsleider, de heer Bouman, en de boekhouder, de heer Landsbergen, en de heer Van Oort. Het bezoek wordt gecompleteerd door enkele dames. De heren laten zich voorlichten over de toe stand van het glas. Na enige tijd opent Glasmaker Markestein als eerste in de rij de werkzaamheden, spoedig gevolgd door de anderen. Het glas is rustig en bewerkelijker geworden. De aanvangers halen voorzichtig hun 'Griffel' en steken 'de Klos'. Het schuim is vrijwel uit het glas verdwenen. Weer is de arbeid algemeen en men zingt het bij de glasmakers zo overbekende lied van 'Wordt het dan nooit geen zaterdagavond, zaterdagavond 12 uur'. De laatste woorden komen er langzaam, galmend en verlangend uit. Dan klinkt doordringend de roep van de 'Pleger': 'Martijnse, eentje minder', wat wordt gevolgd door een verwensing van de glasmaker aan het adres van de indrager. De waarschu wing bevat geen enkel woordje Frans. De kans om die nacht een premie van 10% te halen is zeker verkeken en de glasmakers zullen hard moeten aanpakken om het tijdverlies in de voornacht weer in te halen. Ondanks het oponthoud is de stemming goed. De glasmakers nemen het hoe het ook uitvalt. 'Schuimbak', 'Hardebak', 'Haze- melk' en 'Rambam' zijn nu eenmaal geen gewenste glassoorten. De jonge, blonde glasmaker W. Gonlag, in de regel aanvoerder van de zangers, zet een algemeen bekend lied in, dat door allen uit volle borst wordt meegezongen. De 27-jarige Jan van Tricht met zijn robuste kop en enorme longen en de twee meter lan ge steller Jaap van Dijk wedijveren om hun gezang tot recht te laten komen. De gehele hut is thans een enorm zangkoor. Het ritme van de arbeid is weer normaal. Grappen en grollen worden tussen de werkstee uitgewisseld. Er wordt terdege aangepakt. De glasmakers grijpen weer het 'Schrijnijzer', waarmee de fles van de pijp wordt geschei den, en met hun bindijzer wordt voor het hete 'Lok' de kop omgelegd, die direct op het bankje door de glasmaker met het plankje op zijn dijbeen wordt afgemaakt. Weer wordt een knikkertje uit het 'Telhuisje' overgebracht naar de andere kant, zodat straks de 99 knikkers het huisje vol maken. Men verheugt er zich over dat het glas weer prima 135

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1993 | | pagina 27