De nachtarbeid is nu gestadig en men werkt regelmatig en hard. Zelfs uit de andere hutten, 'Oranjeboom' en 'Vlierboom', klinkt nu het gezang in de stille zomernacht. De indragers en aanvangers hebben reden verheugd te zijn, daar zaterdag om 11 uur scheepjes worden gezet en zij instede van kwart voor twaalf, om 11 uur naar huis kun nen. aangezien zij vrijgesteld zijn van dit zware en afmattende werk. Dan klinkt de bel voor schafttijd en men begeeft zich naar het pleeghok, waar langs de kanten lage bankjes zijn geplaatst. Daar wordt de broodmaaltijd genuttigd. De grollen en grappen zijn nu niet van de lucht en men wisselt gedachten en belevenis sen uit over de kermis op het Broersveld. Dan zijn er anderen, die raadsels opgeven, die heus niet behoren om onder de Kerstboom herhaald te worden. Enkele indragers hebben zich inmiddels op de 'stee' begeven om zich te bekwamen in het werk van de aanvanger. Onder het welwillend oog van de 'Spitse Stok' worden de ze pogingen aangemoedigd. Immers de jongeren vormen de 'Bibit' waaruit later aan vangers en stellers voorkomen. Dan klinkt het 'Overal' van de stoker en wordt de ar beid wederom aangevangen. Schrijver van deze korte schets, als indrager in de hut gekomen, mocht het genoegen smaken om onder de deskundige leiding van J. van Tricht het aanvangersvak en later als halve steller op te treden. Met Koos de Ruiter vormden zij het drietal met J. van Tricht als glasmaker. Verondersteld wordt dat de heer J. van Tricht wel een der zeer weinige nog in leven zijnde glasmakers te Schiedam is. Alhoewel de werktijden voor de dag- of nachtploeg weinig verschilden, werd als regel 60 tot 65 uur per week gewerkt, tegen een loon van 40,--, 25,-- en 10,-- respec tievelijk voor de glasmaker, steller of aanvanger. Indragers ontvingen voor de dagploeg 4,~. Voor de dag beurtelings met de nachtploeg 5,~, terwijl de indragers die te allen tijde in de nacht werkten 6,- ontvingen. Vacanties waren niet bekend. Ie mand die voor de een of andere reden een dag voor zich zelf wilde hebben, betaalde dit uit eigen zak. Het is thans 5 uur in de morgen. Tenslotte is men ondanks alle malheur, tevreden met het behaalde resultaat. De indrager van Jaap van Leeuwen krijgt opdracht 'de Em mer' te halen. Gelijk de boer die zijn koeien onder handen heeft gehad met zijn em mer, waarin een houten ronde plank teneinde het morsen te voorkomen, zo begeeft zich nu de indrager naar de Bakkerstraat, waar de mouterij in volle gang is. In zijn linker hand draagt de jongen de twee sigaren 'van 2 cent' en in zijn rechter hand de emmer. Hij schreeuwt tegen de mouter, die op zijn stookketels aan het werk is, zijn aanwezigheid toe en wijst hem waar de twee sigaren liggen. Dan draait hij onder het goedkeurend oog de kraan open en vult de emmer tot aan de rand. Met bekwame spoed keert hij terug naar de hut, waar intussen de glasmakers en hun satelieten met ongeduld wachten. De portier Van Leeden, die de jongen terug ziet komen, kijkt kwij lend en likkebaardend naar de inhoud van de emmer, het is hem bekend welk een kostelijk nat de emmer bevat. De indrager deponeert de emmer op de bak. Zonder enig oponthoud in het werk, scheppen de glasmakers en stellers hun koffiemokken. die in de bak vlug zijn omgespoeld, vol met de moutwijn en als water gaat het naar binnen. Ondertussen heeft de indrager nog een flinke reprimande in ontvangst te nemen: hij behoort in het vervolg harder te lopen. 137

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1993 | | pagina 29