contact met de andere bewoners van de stad of streek. Onderlinge huwelijken kwa
men zeer veel voor. Maar de glasblazersfamilies zijn geheel geassimileerd in de
Nederlandse samenleving. Alleen de familienaam doet soms een glasblazersafkomst
vermoeden. Namen als Gonlag, Pelgrim, Slieker (Schliecker), Greiner, Jurgens,
Kauffelt, Batz, Eekhof, Kunkel, Collé. En sommige families zijn te traceren naar de
oude glashut plaatsen: Schiedam-Culemborg-Luik.
Vergeleken met andere industrieën verdienden de echte vakmensen niet slecht. En,
zoals u elders kunt lezen, de lonen tussen de diverse groepen glaswerkers verschilden
veel. In deze eeuw toen de mensen toch meer honkvast werden konden sommige glas
blazers zich in de opkomende woonwijk Gorzen zich een eigen huisje veroorloven.
Huizen in de Steenstraat, Ploegstraat, Zalmstraat en Maasstraat. De enorme hitteuit-
straling van de ovens bracht met zich mee dat de mensen veel moesten drinken. Dat
dit niet altijd waterwas blijkt wel uit de absurd hoge boetes die men bij dronkenschap
kreeg opgelegd. Zie het afgedrukte Reglement. Tot slot nog een herinnering van J.
Crama wiens ouders het café 'Schippers Welvaren', waar veel glasblazers kwamen,
beheerden en waar de bieromzet per week 60 (toen nog houten) vaten a 601 was. Voor
aanvang werktijd gooiden sommige glaswerkers hun van huis meegenomen thee op
straat en lieten de fles in het café vullen met jenever.
Vanaf 1905 namen de Owens flessenmachines het werk over en enkele tientallen
jaren later waren er nauwelijks nog glasblazers die het oude ambacht be
oefenden.
Kinderarbeid schafttijd.
140