142
sprakelijk zijn.
Artikel 7
De Sorteur is verpligt alle flesschen die niet behoorlijk zijn geblazen en op welke wijze ook als defect te be
schouwen zijn, zorgvuldig uit te schieten. In geval van twijfel, moet hij de beoordeling van den Directeur
inroepen. Hij is aansprakelijk voor alle schade welke uit hoofde van slechte sortering de Maatschappij zou
kunnen lijden. De uitgeschoten flesschen worden door den Sorteur als gruisglas op den glashoop bij
gevoegd na behoorlijk te zijn afgewogen.
Artikel 8
De Sorteur is gehouden om dagelijks aan den Meesterknecht op te geven het getal en de soort der af
gewerkte en door hem goedbevonden flesschen, alsmede van de door hem uitgeschoten flesschen en het
gewigt dier laatsten. De Meesterknecht geeft daarvan dagelijks aan den Directeur eene behoorlijke
lijst.
Artikel 9
Indien van het dagwerk van een Blazer meer dan 10% wordt uitgeschoten, verbeurt deze 10% van het door
hem op dien dag verdiende loon.
Artikel 10
De Meesterknecht is aansprakelijk voor het Magazijn en voor alle in voorraad zijnde materielen. Iedere
week geeft hij aan den Directeur een geteekend requ van de door hem in het Magazijn ingeslagen fles
schen; bij elke afladering van flesschen doet hij aan den Directeur schriftelijk opgaaf van het getal en de
soort van de afgeladene flesschen, zonder aftrek van percenten, benevens van de gebrokene flesschen. Van
al de te kort komende flesschen, zoo in het magazijn, als op iedere afgeladene partij, zal de waarde op den
Meesterknecht worden verhaald. Dagelijks geeft de Meesterknecht aan den Directeur eene lijst van de ver
bruikte materialen en van het gebruikte gemeng; hij is ook ten opzichte van deze goederen voor alle tekor
ten aansprakelijk.
Artikel 11
Het verbruik der materialen wordt door den Directeur aan den Meesterknecht aangewezen, en het is aan
dezen ten strengste verboden meer dan de door den Directeur opgegevene maat of kwantiteit te
gebruiken.
Artikel 12
De Meesterknecht doet dagelijks aan den Directeur verslag van al hetgeen er aan de fabriek is voorgeval
len, deelt hem mede wanneer er van wege een der werklieden verzuim heeft plaats gehad en in het al
gemeen al wat de Directeur belang kan hebben te vernemen. Hij is aansprakelijk voor alle verzwijgingen of
verkeerde opgaven.
Artikel 13
Het is den Meesterknecht niet geoorloofd ten behoeve van de fabriek eenige inkoopen te doen of répara tiën
te bevelen, van welken aard ook, zonder voorkennis van den Directeur.
Artikel 14
De werklieden, die vrije woning genieten, zijn verpligt de aan hen ten gebruike afgestane woningen, be
hoorlijk en zinde-lijk te bewonen. De woningen zullen wekelijks door eenen daartoe door den Directeur
aangestelden opzigter worden nagezien.
Alle schade door onzindelijke bewoning of door moedwil veroorzaakt, zal door den nalatige of gebrekkige
onverwijld moeten worden hersteld, of zulks door de Maatschappij voor zijne rekening gedaan worden. Bij
herhaling zal de schuldige met zijn gezin de woning moeten verlaten en geene verdere aanspraak op vrije
woning hebben. De Werklieden die vrije woning genieten zullen géén logés of kostgangers kunnen aan
nemen, met uitzondering van andere werklieden van de fabriek, zonder uitdrukkelijke toestemming van
den Directeur. De bepaling van dit artikel is ook ten aanzien van den Meesterknecht van kracht.
