Postwagens
De particuliere stalhouders reden soms wel eens èrg roekeloos met postwagens. Zo reed
in september 1899 de postkar van Heerenveen naar Assen bij Oudeschot in een sloot, de
post kwam er ongeschonden uit, de conducteur echter niet. Vijf later raakte het postrij-
tuig van Groningen naar Leek te water, waarbij het paard om het leven kwam. Maar
Jordaans bouwde daar de oplossing voor: het Sinck's reddingstoestel. Een geval om
allerlei zaken uit grachten en vaarten te vissen. De kraan op het toestel stond bij alarm
achterop de wagen, waarop deze achterwaarts richting gracht werd gemanoeuvreerd. De
kraan werd met een lier neergelaten en had men paard of rijtuig eenmaal in de tang, dan
kon worden gehesen. De kraan werd via een rolbaan naar de voorkant van de wagen gere
den en de vracht kon in de achterbak worden gelost. Een mooie uitvinding zo ondervond
de gemeentedienst van Amsterdam die in 1870 met dit toestel ondermeer 121 paarden,
83 rijtuigen, vijf bierwagens, twee stoomketels, vier postwagens en...twee lijkkoetsen
uit de plomp haalde. Het toestel van Jordaans had een hefvermogen van 3000 kilo en was
'gemakkelijk' dooréén paard te trekken zo lezen we in de catalogus.
Iets héél anders maar even curieus was het elektrische zoeklicht. Zo'n zoeklicht bestond
uit een grote lamp op een telescooparm die via een spiegel werd gericht. Met een spiegel
van 30 centimeter doorsnee kon tot anderhalve kilometer ver worden geschenen, met een
spiegel van één meter en koolstaven van een dubbele lengte kon men zelfs tot zes kilome
ter komen. De lamp kon alle kanten op draaien. Het werd door twee paarden getrokken en
gebruikt voor de kustverdediging of in forten. Vijandelijke oorlogsschepen bracht men
Zoeklicht in neergeklapte positie
161