GROOT DENNENLUST
IN VOORTHUIZEN MOET JE WEZEN
Jeanne de Vlieger-Verbeek
Voorjaar 1936 - op het spreekuur van de schoolartsendienst aan de Lange Nieuwstraat
luisterde dr. J.A. van Haaften aandachtig naar het zorgelijk verhaal van de zwangere
vrouw. Zij had twee dochters bij zich. Aan hun zwarte molières, schoenen van "de steun'
kon je zien dat vader werkloos was. Er was één model zowel voor jongens als meisjes.
Als het warm weer was, kreeg je er blaren van op je hielen. Dokter vroeg door en obser
veerde. 'Ja, mijn man is al werkloos van 1929. We hadden een winkeltje in de
Benthuizerstraat in Rotterdam en gingen failliet. In Schiedam werden nieuwe arbeiders
huizen gebouwd. De schande van 't failliet zijn ontlopen; opnieuw beginnen met de meu
bels die familie teruggekocht had uit de boedel. Een tuintje voor de kinderen! Dat bene
denhuis in de Alberdingk Thijmstraat nr 5b leek een nieuw begin. Ze moest de baby, ja
zij - en ze schoof het tweede meisje wat naar voren - op de kale vloer leggen. Daarna
werden er nog twee jongetjes geboren en nu..Ze spreidde haar beide handen halverwe
ge haar hoofd met wijde vingers en liet de mond iets open. Het machteloos gebaar toonde
scheve tanden met gaten en bruine plekken. 'Dokter, wat denkt u. Het tweede meisje
heeft bronchitis en is eigenlijk altijd al ons zorgenkind geweest. Kan zij misschien naar
de kolonie? En kunt u ervoor zorgen datziet u eind juli ben ik uitgerekend, 't Zou fijn
zijn als....'
Dr.van Haaften was een mens van weinig woorden. 'We gaan eens kijken'. De school
zuster woog, mat, noteerde. De schooldokter keek in kelen, kneep in armen en benen, gaf
een klap met een hamertje op knieën en luisterde met de stethoscoop.
Het jongste meisje is fijngebouwd maar wat vleziger. De oudste is er minder aan toe, was
haar oordeel. Ja, ze zou proberen. Hier is de lijst van kleding die u nodig hebt. Er komt
thuis nog iemand praten.
Zes paar hemden, nachtponnen, broeken, kniekousen jurken, twee stel schoenen. Waar
moest ze dat in hemelsnaam vandaan halen? 'M.H.' zei mijn vader deftig. Maatschap
pelijk Hulpbetoon klonk nogal neerbuigend. 'Mijn vader is stempelaar' zei het kleine
broertje trots. Zelfs zei hij dat hij 'intellectueel werkloze' was. Moeilijk plaatsbaar,
weten wij.
Een vriendin van moeder was een soort gouvernante van twee nichtjes in mijn leeftijd; zo
kwamen er jurken, een-cape voor de regen en kaplaarzen. Tante Mag gaf haar rieten
koffertje.
Met nr 39 werden alle kleren gemerkt. Eerst tijdrovend, met kruissteek, maar praktische
buurvrouw lachte ons uit en zei dat je dat met steelsteek moest doen en zo werd de
onvoorstelbaar nieuwe garderobe gemerkt. In augustus was het vertrek naar de Gezond
heidskolonie Groot Dennenlust in Voorthuizen. Op 15 juli was de baby al geboren. Ik
was zolang naar de buurvouw gebracht. Na de bevalling hing die vreemde medische geur
in huis, lag mijn altijd drukke moeder in bed. Er was een zusje bij en haar naam was
Rietje.
Vader bracht me naar de Koemarkt. Vandaar met lijn 4 naar station Maas in Rotterdam.
16