Op 11 december valt eigenlijk de beslissing. VVD-leider Verhulsdonk 'breekt' met CDA-
lijsttrekker Van Lingen en wil nu toch en vy/manscollege met de PvdA gaan vormen. Het
verbijsterde CDA ziet vervolgens met lede ogen aan hoe PvdA en VVD in korte tijd een
college vormen van drie socialisten (Posthoorn, Scheeres en Zijdeveld) en twee liberalen
(Van Tilborg en Hafkamp), waarin de VVD rijkelijk wordt beloond voor haar koersveran
dering. Vanwege de enorme tijdsdruk is er overigens weinig tijd besteed aan programma
tische onderhandelingen. De PvdA staat na afloop, ondanks de gewenste en verkregen drie
wethouders, net als in 1974 niet als één man achter het bereikte onderhandelingsresultaat.
De onverwachte keuze van de PvdA in 1990
Vóór de verkiezingen van 21 maart 1990 is nog niet bekend of twee of meer fracties in de
collegeonderhandelingen gezamenlijk zullen optrekken. Wel hadden PvdA en VVD in de
achter hen liggende raadsperioden prettig met elkaar samengewerkt. De verkiezingsuitslag
(zie weer tabel) doet de PvdA en de VVD echter hun gezamenlijke meerderheid in de raad
verliezen.
Anders dan tot en met 1982 is vanaf 1986 de collegevormingsperiode teruggebracht van
ongeveer 100 naar ongeveer 40 dagen. Meer spoed is daarom in 1990 geboden en de par
tijen zullen eerder hun kaarten op tafel moeten leggen.
Ondanks het verlies van vier zetels dat de PvdA heeft moeten incasseren, blijft de socialis
tische fractie de grootste van Schiedam. Aangezien wederom geen enkele andere fractie
een college zonder de PvdA zal proberen te vormen, zitten de PvdA'ers in de onderhande
lingen nog altijd strak in het zadel. Na de verkiezingen nemen zij onder leiding van
Wiegman en Bakker het initiatief. De voorkeur van de PvdA gaat uit naar een coalitie van
PvdA, VVD en D66.
Op 29 maart vindt er een 'rondje aftasten' plaats, waarin de PvdA, met elke 'democrati
sche'^ fractie afzonderlijk een inventariserend gesprek heeft, hoewel de andere partijen
liever met alle democratische partijen aan de tafel hadden aangeschoven.
Kort hierop besluiten Groen Links en D66, die in de vorige raadsperiode bijna broederlijk
oppositie hadden gevoerd, het volgende: We stappen óf samen in een college, óf helemaal
niet. In het vervolg van de onderhandelingen zullen zij dan ook slechts gezamenlijk met de
PvdA onderhandelen. Daarmee wordt de eerste voorkeur van de PvdA en VVD (de be
staande coalitie uitbreiden met alleen D66) de grond ingeboord. Ook de eerste voorkeur
van het CDA: een PvdA CDA D66-coalitie, zal hierdoor niet gerealiseerd worden.
Slechts twee politiek haalbare opties blijven dan over: een PvdA CDA-coalitie óf een
(alom minder waarschijnlijk geachte) coalitie van PvdA, Groen Links en D66. En aan de
PvdA is nu de keus.
Op 10 april onderhandelt de PvdA met het CDA. Na het gesprek meent het CDA dat een
college met de PvdA zeer wel denkbaar is en concluderen de PvdA-onderhandelaars dat er
voor zo'n samenwerking weinig hindernissen te nemen zijn, omdat het CDA bepaald niet
met het mes op tafel heeft onderhandeld.
Groen Links en D66 schuiven op 11 april gezamenlijk bij de PvdA aan. Tijdens deze on
derhandelingen slaagt de PvdA er niet in, barsten in de samenwerking van de twee partij
en te krijgen. Integendeel: de 'Twee' leggen een fors eisenpakket op tafel. Afwijkende
standpunten inzake 'Spaland' en 'ABC-complex' worden daarbij niet onder tafel gescho
ven.
51