Op 10-jarige leeftijd zong Adrienne, samen met twee zusjes, liedjes bij het gezelschap van
haar (stiefjvader Johannes. Dit gezelschap trok in kermistijd langs steden en dorpen. Haar
broer Michel (geboren 1865) vierden triomfen in de theaters nadat hij was "ontdekt" bij
het gezelschap van zijn vader en naar Amsterdam gehaald. Nog steeds vinden sommige
mensen hem de grootste Nederlandse komiek. Hij was echter ziekelijk en is al op 28-jari-
ge leeftijd overleden. Een andere broer, Lion geboren 1877, vormde met Piet Hesse een
komisch duo. Zij hadden samen een act "Wip en Snip", dat was iets in de geest als later
Snip en Snap, Adrienne speelde hier wel eens mee in jordaan kluchten. In 1915 heeft Lion
zelfmoord gepleegd. Toen heeft Louis Solser nog een tijd de plaats van zijn broer ingeno
men in het duo.
Adrienne heeft een woelig leven gehad. Zij werkte als soubrette, humoriste en variété
artieste. Vóór 1914 engageerde J.H. Speenhof haar. Zij trad op in Circus Schouwburg in
Rotterdam en in theaters in Den Haag en Amsterdam. "Haar komisch talent en haar car
rière waren beide even grillig als haar liefdesleven", volgens Jacques Klöters. Zij woonde,
door haar huwelijk, in Afrika en in enkele Belgische steden. Zij is gehuwd geweest met
Neuman Wittkorver, met Louis Joseph Boesnach en met Salomon d'Oliveijra. Zij was een
ondernemende dame. In 1913 had zij een, mislukt, cabaret opgericht samen met Dumont
(een totaal vergeten "arbeider-zanger"). In de jaren twintig was zij betrokken bij de Film
maatschappij "Eureka", die de bekende (volgens sommigen beruchte) "Bet" serie uitge
bracht. In die tijd kende men op het toneel en in de film het merkwaardig fenomeen van de
"jordaan klucht" met veel gooi en smijtwerk: Genoemd naar de Amsterdamse volkswijk
Jordaan.
In de filmlitteratuur spreekt men altijd in verband met "Eureka" over Adrienne Solser en
niet over haar zoon André Boesnach, de direkteur van deze filmmaatschappij. Een dochter
van Adrienne, Lien d'Oliveijra is heel lang, tot na de tweede wereldoorlog betrokken
geweest bij de montage van films in Nederland. Van sommige Bet films voerde Adrienne
zelf de regie. Het was de tijd van de zwijgende film en het grote succes van deze films was
voor een groot deel te danken aan het feit dat Mevr. Solser zelf op het toneel expliceerde
en liedjes zong. Eigenlijk zijn films uit de Bet serie alleen te begrijpen als Adrienne zelf
expliceerde "op hoog jordaansch en doorspekt met scheldtrouvailles" aldus de Telegraaf.
Hoewel, volgens een advertentie van Eureka, de film "Bet zit in de Penarie" zal onherroe
pelijk de laatste film zijn welke Mevr. Adrienne Solser, onze populaire "tante Bet" per
soonlijk zal expliceeren." Maar later trad Bet toch nog zelf op bij films, het was natuurlijk
ook een bron van inkomsten. In die tijd van de zwijgende film (veel filmmensen hebben
bezwaar tegen het woord "stomme film") kwam dit wel meer voor, dit "live" optreden. De
violist Boris Lensky trad ook zelf op in de film "Mijn viool" en in een andere film kwa
men echte draaiorgel klanken bij draaiorgel scènes.
In de nu volgende lijst van films met A. Solser zijn die tot 1929 zwijgend.
"De droom van had-je-me-maar" 1921
"Kee en Janus naar Berlijn", "Kee en Janus naar Parijs" 1922 - 1924.
"De Jantjes" 1922. Later is van deze film ook een sprekende versie gemaakt, maar zonder
A. Solser, dit geldt ook voor de volgende film met een versie uit 1937, "Amsterdam bij
nacht" 1924. Met o.a. Heintje Davids.
87