ties te tonen, met zijn behoeften om te bevestigen desnoods ten koste van de ander. De titel is geïnspireerd door de maanreis van 1969. De enige roman voor volwassenen was "De fietser" (1982) over de leraar Bert den Hartog. Het boek is een aanklacht tegen de vervreemdende schaalvergroting in het onderwijs waartoe de uitvoering van de mammoetwet heeft geleid. Geslaagde pogingen van colle ga's om zich te laten afkeuren doen Bert besluiten dit ook te proberen. In plaats van naar school rijdt hij op een morgen op de fiets richting Ardennen. Tijdens acht dagen fietsen schieten allerlei gedachten door hem heen o.a. over zijn leerling Ben Vermeer, wiens ver haal verteld wordt in de jeugdroman "Ben is dood". "De fietser" werd in 1982 bekroond met de Legpenning van de provincie Limburg. In 1981 verscheen "Ben is dood", z'n eerste kinderboek. Ben, een jongen die het in dit bestaan niet kan vinden, raakt aan de drugs en werpt zich uiteindelijk voor een bus. Klasgenoot Fer van Aken begint een speurtocht naar Ben's verleden, terwijl de andere klasgenoten het "ongeluk" onverschillig laat. Fer ontdekt een jeugd van narigheid en ellende. De enige leraar waarin Ben nog wat vertrouwen had, de neerlandicus Den Hartog, zat met zichzelf in de knoop en had geen tijd meer voor hem. Den Hartog vertrekt en keert pas aan het einde van het verhaal terug. De klas van Fer raakt meer en meer op de hoogte van de narigheid waarin Ben verkeerde en groeit naar eensgezinde weerstand tegenover degenen die Ben's nagedachtenis schenden. Net als in "De fietser" speelt het hele verhaal zich in acht dagen af. Het boek werd in 1982 bekroond als het beste tienerboek van 1981 met de Gouden Harington van de gemeente Velsen (tienerjury). "Ben is dood" is ontstaan toen "De fietser" Jan niet beviel en zijn uitgever hem voorstel de om van het verhaal maar een jeugdboek te maken. De kritiek die Jan altijd had op kin derboeken bracht z'n uitgever tot dit advies. Zo ontstond "Ben is dood" en werd Jan de Zanger vooral jeugdboekenschrijver. Door de jeugdboeken werd hij echt bekend als schrijver. Hij vond dat de jeugdboeken die gepubliceerd werden volstonden met ellende en wilde meer een enkel probleem besproken zien. Hij schreef over herkenbare problemen en situaties. Het schrijven van jeugdboeken werd voor Jan belangrijk, omdat hij zo het gemis aan direkt kontakt met leerlingen kon compenseren na zijn vertrek uit het onder wijs. Op scholen werd hij uitgenodigd om over zijn werk te praten en zo kon hij weer kon- takt met leerlingen krijgen. Het schrijven ging niet altijd makkelijk. Jan stelde het schrij ven van de eerste zin vaak lang uit en dacht nog lang na of ging nog op nader onderzoek voor z'n verhaal. Het schrijven van de eerste hoofdstukken duurde het langst, want dan werden de figuren geschapen, wat konsekwenties inhield voor de inhoud van wat later volgen zou, want een uitgewerkt schema maakte hij meestal niet. Als hij eenmaal op gang was, dan schreef hij elke dag een bladzijde of drie en gaf zijn uitgever een seintje dat het boek er na een halfjaar zou aankomen. De boeken bevatten allen een boodschap: 'accep teer de ander zoals die is', is de meest opvallende. "Het idee voor een boek komt bij me op als ik me ergens over heb opgewonden. De drijfveer voor mijn literaire arbeid is de ver ontwaardiging, de woede soms", verklaarde hij zelf. Het oordeel van de jeugdige lezers vond Jan de Zanger belangrijker dan wat volwassen critici over zijn boeken in de krant schreven. In de meeste boeken wordt de hoofdpersoon door een gebeurtenis getrokken 123

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1994 | | pagina 7