Allereerst is er uitgebreid archiefonderzoek gedaan, waardoor er nu veel informatie
beschikbaar is over de historische achtergrond van de panden en hun opeenvolgende
bewoners. Daarnaast hebben leden van de Nederlandse Jeugdbond voor Geschiedenis
(NJBG) intensief archeologisch onderzoek verricht op het achterterrein van nummer
107zodat er nu ook informatie is over wat de verschillende bewoners en gebruikers
daadwerkelijk met het terrein hebben uitgevoerd.
Wat dit onderzoek zo interessant maakt, is precies die koppeling van deze twee soorten
gegevens. Waar de archieven toch vooral om het doen en laten van mensen handelen,
levert archeologie informatie over de materiële overblijfselen van hun doen en laten.
Combinatie van deze gegevens, zo zal blijken, levert informatie op die noch in het
archief, noch in de grond te vinden is. Om dit soort resultaten te krijgen, is het nodig om
tamelijk gedetailleerd onderzoek te doen, en dat levert voor deze periode bijna onvermij
delijk grote hoeveelheden archiefmateriaal op. Om deze reden, maar ook vanwege de
plaats van de opgraving, beperkt dit artikel zich tot Lange Haven 107.
Het verhaal van Lange Haven 107: archiefonderzoek
Begin 1992 had de binnenkant van Lange Haven 107 veel weg van een uitgeleefde kleu
terschool. Achtergelaten wiegjes op zolder, haakjes voor kleuterjasjes op kniehoogte
door de hele gang, versleten teddyberen op de vloer en afbladderende schilderingen in
pasteltinten op de buitenmuur aan de achterkant. Een wat vreemde situatie voor het
imposante pand dat het desondanks nog steeds was - een prachtige 18de eeuwse voorge
vel, zware voordeur, galmende gang, hoge, ruime kamers en een stokoude balkenzolder.
Een archiefonderzoek lag voor de hand, want wat voor mensen hadden hier gewoond,
wat voor huis was dit geweest?
Hieronder volgt het verhaal van Lange Haven 107, voor zover dat te reconstrueren was
met behulp van de transportaktes, verpondingsregisters, notulen en lijsten van de 50ste
en 100ste penning uit het gemeentearchief van Schiedam.
'Over de haven'
1577-halverwege de 17de eeuw
Tot aan het derde kwart van de 16de eeuw hield de bebouwing van de stad Schiedam op
bij wat nu de Lange Haven is. Tegen die tijd begon er echter wat ruimtegebrek te ont
staan, en in 1577 werd het gebied 'over de haven', waar nu Lange Haven 107 ligt, offi
cieel verkaveld en verkocht door het stadsbestuur. Langs de Haven kwamen scheepstim
merwerven te liggen, en zogenaamde haringplaatsen, waar de toen zo belangrijke
haringvangst verwerkt kon worden.
In die tijd begint ook de geschiedenis van wat nu nummer 107 is: de eerste eigenaars,
Huijbrecht en Cornelis Corsse, bouwden er in, of kort na 1577 een schuur en een haring
plaats met soutcassen. Al snel verkochten zij het terrein door aan de kuiper Bruijn
Reijnbrants, die ook van de haringverwerkende industrie leefde (zoals een groot deel van
de Schiedamse bevolking in die tijd). Het was duidelijk een aantrekkelijk gebied, getui
ge de opvallend snelle stijging in waarde van de kavels - in 1602 wordt een derde deel
van Gatenburg (de naam die het terrein gedurende de hele zeventiende eeuw zou dragen;
'Gat' betekent 'haven') al van de hand gedaan voor maar liefst 4.300 gulden.
153