Per 1 januari 1922 worden beide afdelingen zelfstandige scholen. De armenafdeling
blijft Mariaschool heten. De rijkenafdeling krijgt de naam Sint Catharinaschool. De
school telt zes leerjaren gewoon lager onderwijs en drie leerjaren ULO, onder één hoofd
Zr. Marie-Henri. Daar slechts acht lokalen beschikbaar zijn voor negen klassen, worden
het 8e en 9e leerjaar 2e en 3e klas ULO) samen in één lokaal geplaatst. Ook wordt later
enige tijd een der klassen ondergebracht in de kamer op de le verdieping in het voorge
bouw. In 1925 besluit men van het achterste lokaal op de le verdieping met de naastlig
gende gang, twee lokalen te maken. Twaalf jaar later wordt deze aanpassing weer
ongedaan gemaakt.
Het ongemak dat de w.c.'s voor de leerlingen zich buiten op de speelplaats bevinden,
wordt in 1929 verholpen. De serie die dan achter aan de school wordt vast gebouwd,
vergt een bedrag van 4.171,66. »7) Electrisch licht wordt in 1931 aangelegd.
De oorlogsjaren brengen voor het gebouw de nodige beroering. Al in 1940 moeten ver
schillende schoolgebouwen ten behoeve van de Duitse Wehrmacht worden ontruimd.
Ook het gebouw van de Catharinaschool wordt opgeëist. Van september tot november
worden de lessen gegeven in het naastliggende gebouw van de Mariaschool, op rouleer-
basis. Later wordt ook de luchtafweer tijdelijk in het gebouw ondergebracht. Eind 1944
wordt het gebouw wederom door de Duitsers bezet. Voor ontruiming krijgt men precies
één dag de tijd. De hongerwinter van '44/45 zorgt zelfs voor gehele sluiting van alle
scholen wegens gebrek aan kolen.
Als in mei 1945 de oorlog voorbij is, kan de Catharinaschool weer in het eigen gebouw
terugkeren. Maar een deel der leermiddelen is door de bezetting verdwenen of bescha
digd. De ULO-afdeling breidt zich echter dermate uit, dat wordt besloten de afdeling
gewoon lager onderwijs vanaf 1 september 1946 tijdelijk onder te brengen in het school
gebouw achter het Blaauwhuis aan de Lange Nieuwstraat 181. In 1949 komt aan de loka-
lennood een eind door de bouw van een tweetal houten, zgn. Finse scholen. De inmiddels
zelfstandig geworden ULO-afdeling krijgt de naam Mater Deï-ULO en verhuist van de
Westmolenstraat 20 naar de Finse school aan de Schoolstraat. Daardoor kan de lagere
schoolafdeling weer terugkeren naar het leeggekomen gebouw in de Westmolenstraat en
zal daar nog 34 jaar, zonder onderbreking gevestigd zijn.
De Naoorlogse periode
Toch zijn die jaren de moderne maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen
niet onopgemerkt aan de school voorbij gegaan, ook al hechtte men aan een warme tradi
tie.
In 1956 zal de laatste zuster, Zr. Clarina vertrekken, waarmee de Catharinaschool een
lekenschool is geworden. Hoofd wordt mej. J.J.M.C. Elshof. Door de geleidelijke
opheffing van de Thomasschool in de Warande wordt de Catharinaschool vanaf 1959
ook opengesteld voor jongens. Al die tijd beschikt men over acht lokalen voor zes leerja
ren. Ongekende weelde. De twee overtollige lokalen worden ingericht als handenarbeid-
en filmlokaal. In de zestiger jaren komen er moderne opbergkasten en verdwijnen de
laatste banken met krullerig gietijzeren frame en worden de sets met losse tafeltjes en
29