van 125 leden geldt. De Vrijheid
blijft daarbij voor de leden het
wekelijkse ontspannings- en rust
punt in een verder jachtig
bestaan. Dat zij dat al een halve
eeuw onafgebroken is, is een feli
citatie waard. Het vooruitzicht
richt zich nu op het elfde lustrum,
wanneer De Vrijheid niet alleen
een volgend hoofdstuk aan haar
geschiedenis zal hebben toege
voegd, maar ook het zicht op een
nieuw millennium zal hebben
bereikt.
5. Conclusie
Wat leert ons nu dit overzicht van
bijna drie eeuwen sociëteitsle
ven? Ten eerste dat de behoefte
zich met anderen te verenigen,
naast die zich van anderen te
onderscheiden, van alle tijden is.
In het verleden heeft dit gezorgd
voor de meest uiteenlopende ver- Het huidig onderkomen van de Sociëteit "Het Proveniershuys"
banden en ook in de toekomst
zullen deze blijven ontstaan. Zijn de behoeften van alle tijden, de vorm waarin deze
verbanden zijn georganiseerd (geweest) is tijdgebonden. De loop van de geschiedenis
heeft wat dat betreft de meest uiteenlopende genootschapsvormen te zien gegeven.
In welke tijd dan ook, essentieel bij de vorming van genootschappen is het begrip vrij
heid. Vrijheid, allereerst van vereniging, maar ook om zich als lid van een genootschap
zelfstandig een mening te vormen of de daar opgedane idealen uit te dragen. Hoe
essentieel die vrijheid is bleek juist in de tijdperken waarin deze niet bestond, laatste
lijk in de jaren 1940-1945. Het grondwettelijk gewaarborgd recht van vereniging werd
toen eenvoudigweg opgeheven.
Als we ons tot de laatste drie eeuwen en tot Schiedam beperken, zien we de volgende
ontwikkeling. Gelijkgezinden komen bijeen in herbergen en koffiehuizen met als enig
doel sociaal contact. Geleidelijk aan worden een aantal actuele kwesties hoofdonder
werp van gesprek, waarmee de eerder gevormde sociëteit een nevendoel krijgt. Op een
gegeven moment, in het derde kwart van de achttiende eeuw, gaat dit nevendoel op de
voorgrond staan, waarmee de voorlopers van de moderne verenigingen ontstaan. In de
negentiende eeuw zet deze specialisatie in het verenigingsleven zich voort. In een aan
tal gevallen worden maatschappelijke, culturele of ethische beginselen het uitgangs
punt en raakt het sociëteitselement geheel op de achtergrond. In andere gevallen blijft
92