Een wat geheimzinnige serie waren de stoomtrawlers voor Duitse opdrachtgevers.
Duitsers hielden van series. Trawlers zijn vissersschepen. Van deze serie van 33, merk
waardigerwijze ook al Holland klasse genoemd, zijn er echter slechts 25 afgebouwd. De
opdracht voor vier schepen voor de NW was op 4 juni 1941, te waterlating en oplevering
vond in de loop van 1944 plaats. Echter drie van de vier zijn onafgewerkt van de werf
vertrokken naar Amsterdam, Duitsland en België. De schepen zijn tijdens de bouw door
de Kriegsmarine in beslag genomen en de breedte van de schepen met 0,9 m vergroot tot
9,16 m. De lengte van 56 m bleef ongewijzigd. Na de oorlog is nog een schip tot loods
boot "Arcturus" verbouwd in 1948 door NW.
De meeste stoomketels en voortstuwingsinstallaties voor de NW schepen werden door
de Rotterdamsche Droogdok Mij. gebouwd, sinds 1925 de moedermaatschappij van
werf De Nieuwe Waterweg. De werf zelf was in 1914 door het Rotterdams Engelse
bedrijf Furness opgezet.
Dokken
In de oorlog zijn er tot 1944 bij de NW in totaal 337 schepen gedokt met in totaal 3246
dokdagen.
Dok 7, gebouwd in 1919 voor de Duitse marine en in 1920 door de NW aangekocht. Dit
dok is op 28 maart 1943 ten gevolge van een geallieerde luchtaanval gezonken, terwijl de
"voorpostenboot" VP 2009 (boot 9 van de 20e flotille) in dok stond. Bergingsbedrijf v.d.
Tak heeft het schip en het dok gelicht en het dok naar de Heysche haven (in Rotterdam)
gebracht. Daar werd later een damwand geslagen om reparatie mogelijk te maken. De
reparatie, van mei tot oktober 1946, vergde 146 ton nieuw staal.
Een in de oorlog gezonken NW dok.
171
