VROUWENARBEID
In het standaardwerk van dr. H. Schmitz "Schiedam in de tweede helft van de negentien
de eeuw" stelt de auteur dat Apollo praktisch het enige bedrijf was waar vrouwen en
meisjes op enigszins grote schaal te werk werden gesteld. Dit klopt wel, maar toch is er
iets bijzonders aan de hand als we getallen vergelijken van de aantallen vrouwen/meisjes
in dienst bij twee bedrijfstakken. De gegevens komen uit de Gemeenteverslagen uit de
jaren 1871 en 1876. In de tussenliggende jaren komen deze gegevens niet voor.
mannen
vrouwen
jongens
meisjes
onder de 16jaar
Jaar 1871
Apollo
98
30
21
16
Weekloon/
20 6,5
6 en 5
2,5
2,5
56 mouterijen
110
90
50
Weekloon
10 6 3
0,6 tot 1
1,5 tot 3
Jaar 1876
Apollo
187
106
16
51
58 mouterijen
118
-
38
1
In 1876 had Schiedam 21.523 inwoners. Schmitz baseert zich op 1876. Natuurlijk werk
ten er veel vrouwen in de huishouding, als dienstbode of zo, maar hiervan vindt men in de
Gemeenteverslagen niets terug. De mouterijen (gerangschikt onder "Ambachten") zijn
ook maar kleine bedrijven.
Wat blijkt nu. In 1871 werken in de 56 mouterijen in totaal 90 vrouwen, tegen bij Apollo
46 vrouwen en meisjes. Maar vijfjaar later werkt er bij de 58 mouterijen nog slechts één
meisje maar Apollo is dan gegroeid tot 157. Nu rijst vanzelf de vraag: waarom werkten er
in 1871 in de mouterijen nog 90 vrouwen, wat deden zij, hoe lang werkten zij. Waarom
verdienen zij zo weinig 0,6 tot 1,-)?
Het opgegeven bedrag bij Apollo 2,50 voor meisjes en 5,- a 6,- voor vrouwen is mis
schien wel het maximum wat te verdienen is, want omstreeks 1908 verdient een ("begin
nend"?) meisje 2,- (zie "Terugblik") en bij de grote staking uit 1896 worden voor som
mige (meisjes)beroepen weeklonen van 2,50 geëist. Bij deze staking kregen de manen
er toch wel een groot bedrag bij (in verhouding), maar de meisjes gingen apart in staking
om er ook iets bij te krijgen, maar slaagden daarin nauwelijks. Nog in 1923 sprak de
directie, toen het erg slecht ging, met de mannelijke werknemers over de gevolgen daar
van, maar de vrouwen worden niet genoemd.
Overigens is het opmerkelijk dat zeker in de beginperiode veel Apollo-meisjes uit
Rotterdam kwamen.
20