Si
gens, gelegen in de Conincxstraat strekkende voor van s heerenstrate tot agter aen de
sloot vant groene weechje toe belent ten westen sheeren sloot.
In 1681 en 1711 vinden we nagenoeg dezelfde omschrijving. In 1712 worden de banen
niet meer genoemd.
De huidige verschijningsvorm lijkt terug te gaan tot de tweede helft van de 18e eeuw,
toen kennelijk de nu nog bestaande gevel met kroonlijst werd aangebracht, en zowel de
kap, de spanten en de balklagen vernieuwd werden. Er zijn geen sporen gevonden van
17e-eeuwse moer- en kinderbinten. De grondvorm komt overeen met de kaart van
Bol'Es uit 1770. Ook het op deze kaart getekende losstaande achterhuisje bestaat thans
nog.
In de loop van de 18e eeuw, tussen 1722 en 1792 is de functie van het perceel gewijzigd.
Mogelijk door Jan van der Schalk, die grond en bebouwing in 1772 door aankoop in bezit
kreeg. Door hem of zijn opvolger moet er een branderij zijn gebouwd. Tevens moet toen
of niet lang daarna het woonhuis aan de straatzijde verbouwd of nieuw opgetrokken zijn.
In 1792 wordt gesproken over een huis, branderij met twee rauw- en een distilleerketel,
mouterij en erve. Zijn weduwe en dochter zijn dan eigenaar. In 1809 verdwijnt het uit
familiebezit door verkoop aan Jacobus Nolet Jz., Petrus Nolet en Wilhelmus Nolet. Het
herenhuis bleef tot 1840 bewoond door nazaten van Jan van der Schalk.
Aan het eind van de 19e eeuw is op de begane grond een handel in bronwater, wijn,
28
Detail uit de kaart van Bol'Es uit 1770, met de locatie van het herenhuis Schie 68 en
achterliggende bebouwing.
