ging haar klanten oplegde, uit te komen door uit andere bronnen de palmolie te betrek
ken. De AHV eiste n.l. een voorinschrijving voor het benodigde jaarkwantum tegen een
prijs, die later eenzijdig door de AHV werd vastgesteld.
Uit een bewaard gebleven brief van concurrent "Gouda" d.d. 14 september 1871 zien we,
dat alle export in houten kistjes plaats heeft van circa 10 kg en soms oververpakt in kisten
van 20 kleine kistjes. Via Amsterdam naar Hamburg wordt op een dag voor diverse han
delshuizen bruto 60.000 kg kaarsen verscheept. Bovendien gaan daarbij vaten oleine,
totaal ruim 12.000 kg.
Deze oleine is een bijproduct, dat ontstaat bij de splitsing van oliën en vetten in stearine
en oleine.
Uit een offerte van 25 januari 1876 blijkt de prijs van Apollo-kaarsen 80 a 90 ct per kilo
bij kwantum-afname te zijn, afhankelijk van het gewicht. Dunne kaarsen zijn relatief
goedkoper.
Op de aandeelhoudersvergadering van 31 maart 1880 treedt de heer J.M. van der Schalk
voor het eerst op als opvolger van de heer D.A. Schretlen in de functie president-com
missaris. Er is weer sprake van enig bedrijfsresultaat en als dank ontvangen de directeu
ren 3300,- als aandeel in de winst.
Dr. H. Schmitz vermeldt in zijn boek "Schiedam in de tweede helft van de negentiende
eeuw", dat Apollo in 1883 werd uitgebreid met een kistenmakerij, maar de notulen
maken hiervan geen melding, daar de kistenmakerij in verband met de export dus een
normale zaak was. Natuurlijk waren er in Schiedam voldoende pakkistenmakerijen om
in de aanloopbehoefte te voorzien, zoals de firma E. Kramers, later voortgezet door
TH. A.J. Zoetmulder en de firma van Deventer, maar Apollo was de eerste echte industrie
en de produktie was voornamelijk op export gericht, waarvoor Apollo een groot aantal
kisten nodig had. Bovendien was Apollo voornamelijk op de export gericht, daar in het
binnenland de markt voor 75% in de handen van Gouda was.
In 1883 is de heer Jacobson overleden. Prins was dus tijdelijk alleen directeur en verant
woordelijk voor de gang van zaken. Hij was zelfs aansprakelijk, daar op de wijziging van
de akte van oprichting geen Koninklijke goedkeuring was gekregen. Deze wordt na wijzi
gingen alsnog verkregen op 11.02.1884, waarna op 27.3.'84 de benoeming volgt van de
heer George Gustave Plate tot mededirecteur. Het honorarium bedraagt nog steeds 5000,-
per jaar. De prijs voor naasting van aandelen is in dat jaar 60%.
Over 1884 wordt de winst gebruikt om de delcredisten hun voorschotten en rente terug te
betalen.
In 1885 zendt directeur Prins zijn zoon Ary Prins, de in Schiedam alleen nog van de Ary
Prinslaan bekende schrijver, naar Hamburg. Dit is inderdaad een gouden greep. De con
current Gouda heeft grote klanten in Hamburg, wat aan Prins via zijn scheepvaartrelaties
wel bekend zal zijn geweest. Bovendien blijkt de jeugdige schrijver een goede koopman
te zijn. Hij vestigt zich als partner in de firma "Ebeling und Prins".
Deze commerciële activiteiten beletten hem niet om vanuit Hamburg medewerker van
"De Nieuwe Gids" te worden. Zijn pseudoniem is A. Cooplandt.
Ary Prins trouwt in Den Haag met Petronella Aleida Goudkade, die uit Boskoop afkom
stig is en zijn 3 kinderen worden gedurende zijn Hamburgse periode geboren.
7