DOOR EENDRACHT VICTORIE
DE GESCHIEDENIS VAN GEEN VERZETSORGANISATIE
J.L. van der Pauw
Tijdens het onderzoek voor zijn proefschrift over het verzet in Rotterdam tijdens de oor
log, stuitte J.L. van der Pauw op een merkwaardige verzetsgroep "Door Eendracht
Victorie die vooral in Schiedam actief was. In dit artikel vertelt hij hierover. Het onder
zoek heeft ook geresulteerd in het boek "Guerrilla in Rotterdam
Al kort na de aanvang van de bezetting ontstonden in Nederland de eerste particuliere
initiatieven om bepaalde groepen personen die door toedoen van de bezetter in financiële
of materiële nood dreigden te raken, hulp te bieden. Hiertoe werden ondermeer inzame
lingsacties georganiseerd, al dan niet van clandestiene aard. Aanvankelijk richtten deze
zich vooral op het verlenen van aanvullende steun aan weduwen en wezen van
Nederlanders die in de meidagen van 1940 waren omgekomen, het toezenden van pak
ketjes met levensmiddelen e.d. aan mensen die om politieke redenen door de Duitsers
gevangen gehouden werden en het ondersteunen van hun achtergebleven gezinnen. In
het voorjaar van 1940 dreigde ook een andere groep financieel in de problemen te raken:
de achtergebleven gezinnen van Nederlandse zeelieden die 'voor de Engelsen voeren'.
Dit waren hoofdzakelijk zeevarenden die na de Duitse inval van 10 mei 1940 niet naar
Nederland waren teruggekeerd, maar met hun schepen naar Engeland waren uitgeweken
en zich daar ten dienste van de Nederlandse regering in ballingschap hadden gesteld. De
rederijen in Nederland betaalden het grootste deel van de gage van deze zeelieden door
aan hun gezinnen, maar de Duitsers kondigden in april 1941 aan dit te zullen gaan verbie
den. Daarop deed de regering vanuit Londen een oproep aan de bevolking om deze
gezinnen financieel te steunen en zij verklaarde zich voor de terugbetaling van die steun
garant te stellen. Naar aanleiding van deze oproep werden vanaf juni 1941 te
Hillegersberg voorbereidingen getroffen voor de organisatie van een illegaal steun
fonds, de 'Zeemanspot'. Toen de Duitsers in oktober 1941 hun dreigement uitvoerden,
trad dit steunfonds in werking. De materiële nood onder sommige delen van de bevol
king lokte evenwel ook minder nobele initiatieven tot het inzamelen van gelden uit.
Hierover is tot op heden nog weinig bekend; aanleiding om een opmerkelijk geval in dit
genre eens boven water te brengen
Het betreft de machinaties van een zekere Jan de Ruiter (1909-1943). Deze De Ruiter
was geboren en getogen in Rotterdam. Hij trouwde daar in september 1940 en betrok
toen met zijn echtgenote een woning juist over de gemeentegrens, in Schiedam-Oost. Jan
de Ruiter verdiende de kost als chauffeur, boekhouder en vertegenwoordiger in surro
gaatpreparaten. In augustus 1941 begon hij bovendien met het inzamelen van geld onder
verscheidene personen uit zijn omgeving. Naar zijn zeggen waren deze gelden bestemd
voor de ondersteuning van vrouwen en kinderen van Nederlandse zeelieden die in
Engelse dienst voeren, alsook voor weduwen en wezen van in de oorlog gevallen
67