Nederlanders en gezinsleden van politieke gevangenen. De Ruiter gaf zich daarbij uit
voor een medewerker van een verzetsorganisatie genaamd D.E.V., wat stond voor Door
Eendracht Victorie. Hij wist de door hem benaderde personen er toe te bewegen hem
geld af te staan en sommigen kreeg hij zo ver dat ze voor hem onder hun familieleden en
bekenden gingen collecteren. Zo werden in totaal ten minste enkele duizenden guldens
bijeengebracht. Volgens De Ruiter ging dit geld van hem via een koerier naar de leiding
van D.E.V., die in Den Haag zou zetelen. Na verloop van tijd vertrouwde hij sommige
van zijn geldgevers toe dat de organisatie D.E.V. nog een tweede geheime doelstelling
had: met de ingezamelde gelden werden ook wapens gekocht, waarmee bij een Engelse
invasie betrouwbare Nederlanders zouden worden uitgerust. Deze verzetsstrijders kon
den dan gewapenderhand de Engelsen steunen en vervolgens na de Duitse aftocht optre
den als een 'ordedienst', die onbetrouwbare elementen, zoals N.S.B.'ers en personen
met de Duitse nationaliteit, maar ook communisten, zou arresteren.
De illegale activiteiten van de kring rond Jan de Ruiter grepen weldra verder om zich
heen. Eén persoon benaderde een chemicus om voor sabotagedoeleinden springstoffen
te maken (de chemicus weigerde dit), een ander leverde De Ruiter situatieschetsen van
het vliegveld Schönwalde bij Berlijn, waar hij werkzaam was geweest en onderwijl spio
nage had bedreven. Weer anderen meenden de illegale zaak te steunen door aan De
Ruiter diverse wapens af te staan, variërend van een oude, kapotte revolver tot een privé-
verzameling van elf negentiende-eeuwse officierssabels. Ook liet De Ruiter een van zijn
contacten een anti-Duits vlugschrift vervaardigen, waarin ondermeer de doelstellingen
van de organisatie D.E.V. werden vermeld: ondersteuning van in het bijzonder de
gezinsleden van politieke gevangenen - aldus het pamflet - en de aankoop van wapens
'om Nederland te bevrijden van de onderdrukker'.
In werkelijkheid was er van een organisatie 'Door Eendracht Victorie' in het geheel geen
sprake. Deze bestond uitsluitend in de beweringen van De Ruiter, die daarmee geen
ander doel had dan zichzelf te verrijken. Ordinaire zwendel dus. Enkele personen die
door De Ruiter voor het inzamelen benaderd waren, begonnen al vrij snel argwaan te
krijgen. Eén man, die van De Ruiter vijf procent provisie over het door hem bijeenge
brachte geld kreeg - de naastenliefde was niet altijd even onbaatzuchtig - trok zich al in
september of begin oktober 1941 terug. Een ander kreeg mettertijd ook zijn bedenkingen
tegen De Ruiter, vooral nadat die hem in al te fantastische bewoordingen had verteld
over de vervaardiging van illegale zenders en over de geheime contacten die hij zou
onderhouden met de leiding van D.E.V. in Den Haag en met geparachuteerde Engelse
militairen. De man eiste toen zijn geld terug en dreigde tegenover De Ruiter dat hij hem
zou aangeven bij de politie. Dat heeft hij naar het schijnt uiteindelijk ook gedaan, ver
moedelijk in april 1942, waardoor ook de Sicherheitspolizei van de zaak op de hoogte
raakte.
In april/mei 1942 werd de hele kring rond Jan de Ruiter gearresteerd, of zoals de
Sicherheitspolizei und S.D. het in haar jaarverslag over 1942 stelde: de verzetsorganisa
tie D.E.V. (in dit verslag abusievelijk voluit 'Door Eenheid Victorie' genoemd) werd
opgerold - dat deze organisatie een fictie was, moest toen kennelijk nog duidelijk wor
den. In totaal werden 26 personen die met de zaak in verband stonden opgepakt. Van hen
68