langs de achtergevel, soms aan de voorkant van de huizen, een loodkabel gespijkerd. Dat
laatste was vooral het geval in de vele hofjes en stegen. Deze hofjes hadden nog gaslicht
en waren daarom in ieder geval op de radiocentrale aangewezen.
De abonnementskosten bedroegen 2,- per maand of 0,50 cent per week. De aansluit
kosten bedroegen 2,50, maar als je je oude radiotoestel inleverde hoefde je dat niet te
betalen en kreeg je ook vier weken gratis muziek. Het geld werd door incasseerders
opgehaald. Wie 1,50 schuld had, kreeg zaterdagmorgen bezoek van een paar monteurs
en werd voorde keus gesteld: 1,-betalen of afsluiten. Dat gaf nog wel eens problemen,
want dan zat men op zaterdagavond, de radio-avond bij uitstek, zonder radio. Menige
huisvader pikte dit niet met als gevolg een grote (huiselijke) ruzie waar ook wel eens
klappen vielen. Als er afgesloten moest worden, werd er een ladder tegen de muur gezet
of ging men via de buren het dak op. De monteurs schroefden tien draden los en deden er
een isolatiehoesje (oliekous) om teneinde sluiting te voorkomen; anders zou er storing
op de programma's kunnen komen.
Toen Wiegel bij de centrale kwam werkten er ongeveer nog twintig mensen: tien man
voor de aan- of afsluitingen en het onderhoud, drie op kantoor, twee dames op de centrale
en drie incasseerders. Van deze laatsten werkten er twee in Schiedam en één in Kethel.
De man in Kethel (Van Wijk) werkte parttime. Daarnaast was hij koster van de
Hervormde Kerk, brandmeester en werkzaam in het verzekeringswezen en de uitvaart. In
de toptijd werkten er wel zestig mensen bij de centrale. Dat was kort na de start. Er was
een grote vraag naar aansluitingen. In de oude stad (de Vlaardingerdijk was het einde)
werd 46 kilometer kabel langs de gevels gespijkerd! Daarnaast waren er aansluitingen op
de woonschepen in de Noordvest en in de Westerhaven en op het woonwagenkamp op de
Buitenhavenweg (tegenover de Hoofdbrug) en in Kethel. Het kabelnet was in achten
twintig groepen verdeeld en bestreek bijna geheel Schiedam (met uitzondering van een
deel van de Stadhouderslaan). De monteurs moesten soms van alles bedenken om de
radio aan te kunnen sluiten. Het kwam voor dat mensen weigerden om een kabel langs
hun gevel aan te laten brengen voor hun buren, maar dan ging Kerkhof praten. Dat had
bijna altijd succes.
Voordat Wiegel in dienst kwam was er in de Tuinlaan wel een groot probleem geweest.
Een voedingskabel mocht niet bij iemand langs de achtergevel. Toen praten niet hielp
werd er een bijzondere oplossing gevonden. Het bewuste huis stond vrij en zodoende
werd de kabel langs de zijgevels van de buren naar de voorkant gespijkerd, daar werden
twee palen op het trottoir geplaatst, 30 centimeter uit de gevel, waarna de kabel er aan
opgehangen werd. Nadat de krant er melding van had gemaakt is de zaak opgelost en ver
dwenen de palen. Het is later nooit meer nodig geweest, al is er nog wel eens mee
gedreigd.
Een tweede geval speelde in het Broersveld. Ook daar mocht er van de eigenaar-bewoner
geen kabel langs. Volgens de toenmalige wet mocht de eigenaar als de kabel vast zat hem
er niet meer afhalen. Kerkhof had het volgende plan bedacht. Men kon via een paar
poortjes en steegjes aan de achterkant komen. Om half zeven 's morgens werden daar
zonder herrie te maken heel voorzichtig vijf ladders tegen de gevel gezet, de kabel mee
omhoog genomen en op commando op iedere meter, vijf stalen spijkers bevestigd.
Daarna was het weg wezen. Voor de man wakker was en begreep wat er gebeurde was het
41