Vaarwelhet afscheidsuur zal weldra zich doen hooren, Ik ga: maar welk een slot de toekomst mij bereid, SCHIEDAM dit zweer ik u, geen ruimte, plaats noch tijd, zal ooit in mij den wensch voor uwen luister smoren. 96 NOTEN 1Gemeeente-archief Schiedam, bibliotheek A3-3 no.82 2. Gegevens over de familie van Teutem uit: "De familie van Teutem te Rotterdam", Dr. A.J. Teychiné Stakenburg, Rotterdams Jaarboekje 1976, blz. 275-285. 3. Overlijdensregister Gemeente-archief Schiedam 4. Verzameling Handschriften nr. 718, Gemeente-archief Schiedam 5. Gemeente-archief Schiedam, Archief van "De Vereeniging tot Nut van 't Algemeen Departement Schiedam", notulenboeken. 6. De Romeinse handelsgod Mercurius is te herkennen aan zijn gevleugelde sandalen en helm. In fronton van de Schiedamse huisgevels kot zijn afbeelding nog voor: in het pand Lange Haven 65 (Mercuriuskop), Lange Haven 80 (Mercurius en Neptunus en ook een Mercuriuskop) Lange Haven 145, Beurs (Mercurius en Neptunus) en Lange Nieuwstraat 55, ex-politiebureau (Mercurius en Neptunus). 7. Het graan voor de jeneverindustrie werd hoofdzakelijk uit Rusland geïmporteerd. De Baltische Staten lagen aan de Oostzee en waren de doorvoerlanden van het graan. Riga en Libau waren de havensteden van Letland waar Schiedamse schepen het graan ophaalden. Holstein, Belt en Sond waren de vaarwegen van de schepen bij Duitsland en Denemarken naar de Baltische Zee. Het woord "meir" is oud-nederlands voor "zee", dus bedoeld is de Baltische Zee, waar Riga aan ligt. 8. De brandstof bestond uit kolen, grotendeels uit Engeland geïmporteerd. 9. Billen de groeven op de maalvlakte van de molensteen scherpen 10. Vermoedelijk is 'Muntersch' Schiedams voor mensen afkomsten uit het Duitse Munster. Veel Schiedamse werk lieden kwamen uit de omgeving van Munster in Pruisen. 11Hier wordt in vogelvlucht het produktieproces beschreven van mout. Het graan wordt in de molen gemalen. In de beslagbakken in de branderij wordt het gemalen graan beslagen, d.w.z. door omroering met heet water wordt het zetmeel in het graan opgelost en begint het versuikeringsproces. Na toevoeging van dunne spoeling en gist en het blazen van lucht in het beslag begint de gisting. De gist stijgt als wit schuim tot aan de rand van de bak. Hierna wordt de gist afgeschept en in de gistpers gezeefd onder toevoeging van koud water, waarna het bakkersgist als eindprodukt hiervan overblijft. Het afgeschepte beslag wordt nu in de ruwketel, die met een koperen helm wordt afgesloten, afgestookt om alcohol te winnen. De alcoholdampen worden verdicht in een roodkoperen slang, geplaatst in een kuip met koud wateren dit eerste produkt, het ruwnat, wordt dan verzameld in het grondvat (ruw- vat). De ruwketel werd gestookt met kolen. Na dit proces onstaat na distillatie de moutwijn, maar dit laatste beschrijft het gedicht niet meer. (Bron: De moutwijnindustrie te Schiedam. Coen Kramers Thz... blz. 7 t/m 9). 12. Frankenland ligt ten westen van de Nieuwe Haven, rondom de huidige Burgemeester Knappertlaan en was in 1828 nog ongerept boerenland, evenals het land langs de Schie en in de Kethelpolder. 13. Met "het nat" wordt de spoeling bedoeld. Spoeling is een afvalprodukt van de branderijen, dat na het distillatie proces in grote hoeveelheden overblijft. Spoeling werd gebruikt als veevoer en bevatte veel voedingsstoffen, waardoor het vee in de landerijen en veestallen rond Schiedam (het Spoelingdistrict genoemd) bekend stond als prima melk- en slachtvee. 14. Het Westland, het land ten westen van Delft richting Noordzee, bestond vroeger deels uit duinlandschap. In het spoelingdistrict werd een enorme hoeveelheid mest geproduceerd, mede omdat veel vee niet meer in de weilan den hoefden, maar het hele jaar in de stal gemest konden worden met spoeling, waardoor er een grote concentratie van het vee op een klein gebied ontstond. Het Westland, dat in de direkte omgeving lag, werd afgegraven en in cultuur gebracht met behulp van de mest uit het spoelingdistrict. De door duinafgraving geworven tuingrond (groenteteelt) vroeg om zware en goede bemesting. Het afgegraven duinzand werd deels gebruik als strooisel in de stallen. Zie "De moutwijnindustrie te Schiedam", blz. 138). 15. Honigzeem ongepijnde honing; het zoetste, het vetste van honing. Aconiet giftige plantensoort of algemene benaming voor giftige planten. 16. De dichter zal bedoelen dat een brilslang zijn gif maakt uit het sap van gras. Ik heb dit niet kunnen verifiëren. 17. De bovenmatige drinker kan alcoholist worden en voor hem worden alholholische dranken tot vergif. Zoals de dichter in het vervolg ook betoogt is de alcoholische drank op zich niet slecht, maar is de drinkerervan, die er zich

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1996 | | pagina 20