DE RESTAURATIE VAN HERENHUIS LANGE HAVEN 107 W. A. Hage Het herenhuis Lange Haven 107 werd in de 18e eeuw samengesteld uit twee veel oudere panden en voorzien van een nieuwe gevel. Zo dateert de kapconstructie van het begin van de 17e eeuw. Tot ver in de 20e eeuw heeft het als woonhuis dienst gedaan. De huidige eigenaren hebben na aankoop van het gebouw enthousiast meegedacht en meegewerkt aan een verantwoord restauratieplan. Het werk moest vanaf het kale hout worden uitgevoerd. De moed en de inzet bij deze belangrijke restauratie van het herenhuis Lange Haven 107 zijn voor de Historische Vereniging Schiedam reden om de heer en mevrouw W.H. Witberg-Ham te eren met de toekenning van het 'Scidam '-schildje, met bijbehoren de oorkonde. 14 september 1996 De toestand in 1992, een eerste indruk. Het 18e eeuwse herenhuis Lange Haven 107 was nog in gebruik door het kinderdagver blijf Katja. Oude gebouwen zitten vol geheimen en verrassingen. Sommige kun je al zien of ruiken bij een eerste kennismaking. De voorgevel 'rook' in elk geval veelbelovend. Deze gevel van het op de rijksmonumentenlijst voorkomende pand zou dateren uit het 3e kwart van de 18e eeuw. Het raamtype is meer van rond 1800, de rococoversiering in het houtsnijwerk boven de voordeur meer van rond 1750/1775. De bijna 12 meter brede voorgevel had wat afwijkingen in de opbouw die vragen opriepen, gelet op de oude stoeppalen was de poort links oud, uit de 18e eeuw (of ouder). De gevel was niet hele maal symmetrisch. Een poging twee panden samen te smeden tot een rijk, breed pand. De stoephekken waren grotendeels verdwenen, er waren wel voldoende bouwsporen in de stoep en de gevel. De hardstenen plinten waren op diverse plaatsen gescheurd en er waren plastic ventilatieopeningen in aangebracht: waren er vochtproblemen? De ramen van de begane grond en van de zolder waren kaal, zonder roedeverdeling. Dat klopte niet. De ramen waren omlijst door markiezen. De fraaie voordeur met omlijsting was hier en daar wat minder mooi door brievenbus en kijkgaten. Het fraaie snijraam boven de deur was niet helemaal kompleet meer. Maar toch, de eerste indruk was, dit is een mooie en redelijk intakte voorgevel van een kennelijk rijk pand. Eenmaal binnen, een 13 meter lange gang. In de hal verried een wit marmeren plint en lambrizering iets van de 18e eeuwse rijkdom. Een vlak stucplafond zat op ca 3,65 m hoogte. De voordeur was aan de binnenkant met een vlakke plaat afgetimmerd. Het hal kozijn was leuk gedetailleerd, maar niet 18e eeuws. De eerste deur rechts had een wit marmeren dorpel, een oude dorpel dus? Deze gaf toe gang tot een groot lokaal, aan de voorkant, ca. 3,60 m hoog. De vloer moest wel van beton zijn. Als lambrizering, platen tot ca. 1 m. hoogte. De wand tegen huurpand nr. 109 had gipsplaten als voorzetwand. Waarom? De achterkamer had ook bij de gangdeur wit marmeren dorpels. Het plafond was lager, 3,35 m. Er was een houten vloer, die duidelijk verrot aanvoelde. Een schoorsteen was met moderne tegels afgewerkt. De achterramen 122

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1996 | | pagina 14