hoogte een vlak stucplafond te hebben met een eenvoudige geprofileerde lijst. Eindelijk
een oud plafond! Het stamde uit 1849/1850, toen een beneden- en bovenlokaal werden
gemaakt. De houten vloer bleek na sloop van de diverse vloerbedekkingen verrot. Onder
deze vloer een ruwe betonnen vloer, die de mogelijk aanwezige oude kelder afsloot. Er is
van afgezien deze betonvloer met eventueel kelderpuin te slopen. Toekomstige onder
zoekers vinden hier mogelijk nog verrassingen. Het stucplafond met lijstwerk van deze
voorkamer was in slechte staat. Na sloop ervan kwam een begin 17e eeuws moer- en
kinderbintenplafond tevoorschijn. Grotendeels wit geschilderd, en deels vervangen door
hergebruikt materiaal. Bij nader onderzoek werd ontdekt, dat een moerbint beschilderd
was met guirlandes. Een kinderbintje was beschilderd met tudorroosjes, met reliefbe-
schildering. De beschildering dateert uit ca. 1650. (In 1659 wordt het pand in een acte
vermeld met als eigenaar Maerten Couwenhove.)
In de muur van deze kamer waren sporen van een oudere trap zichtbaar, meer naar het
midden van het pand. Gelet op de geringe afmetingen van de moerbint aldaar lijkt een
tussenmuur in de 17e eeuw aannemelijk. In de muur vage sporen van de plaats van een
schouw.
Tussen de kinderbinten en het stucplafond werd een stukje behangsel aangetroffen. Dit
zou uit ca 1820 kunnen dateren. (In die periode was het pand in bezit van een brander. In
1824 werd het pand gekocht om als pastorie voor de Paters Dominicanen te dienen.)
Onder de trap, onder de betonvloer, werden sporen van een oud toilet aangetroffen.
In de achterkamer kwam na sloop van het stucplafond eveneens een moer- en kinderbin
tenplafond tevoorschijn. Totaal verrot. Wit geschilderd, maar vroeger duidelijk donker-
134
Vroeg-17e eeuw se balklaag met moer- en kinderbinten tussen begane grond en le verdieping. De
donkere balken eronder zijn van latere datum. (Foto: W.A. Hage)