PIETER GEERLINGS
ONDERZOEK NAAR HET LEVEN VAN EEN OUD-SCHIEDAMMER
Ph.C. J. S winkels
Het vinden van een oude brief is de aanleiding geweest om de achtergrond van het
onderwerp uit deze brief nader uit te zoeken. De brief gaat over Pieter Geerlings en zijn
gezin, die in erbarmelijke omstandigheden verkeren. Pieter Geerlings werd in 1745 te
Schiedam geboren en is op 18 november 1807 te Oudewater overleden.
Op 5 februari 1804 schrijft de Weduwe Antony Snelbaart aan Jan Heijligers, Baljuw der
Stede Woudrichem en Lande van Altena.
"Ik heb tot mijn groot leedwezen vandaag vernomen, alsdat mijn broeder in zo'n toe
stand is, hetwelk mij dodelijk doet ontzetten, waarop ik de vrouw bij mij aan huijs gehad
heb, die in zo toestand van zaken is, dat ik wens, dat God haar zal bewaren, want
Mijnheer U kunt lichtelijk dat afmaken een vrouw met 6 kinderen en dat in zo 'n toestand
geen brood om voor haar en deze kinderen te hebben en geen geld honger en gebrek het
welk zij dagelijks lijdenenz
De Weduwe Snelbaart getuigt, dat haar broer een brave man is en verwijst als referentie
naar de Pastoor van Vlaardingen.
Volgens de kantekening bij ontvangst is de brief bij de processtukken gevoegd contra
Pieter Geerlings, wonende te Vlaardingen dog thans gedetineerd ter Stede voornoemd.
Het honger en gebrek lijden van het gezin Geerlings is te verklaren doordat het gezin als
katholiek bekend was en derhalve geen gemeentelijke ondersteuning kreeg. Weliswaar
was er onder de Bataafsche Republiek vrijheid van godsdienst, maar geen gelijkstelling
van rechten. Eerst door een verordening van 1 augustus 1806 van koning Lodewijk
Napoleon zou deze rechtsongelijkheid worden opgeheven en kwamen alle armen, onge
acht de kerkelijke gezindte onder de zorg van de gemeentelijke Armenkamer.
Een briefje naar het archief van Vlaardingen leverde enkele bruikbare inlichtingen:
Petrus Geerling(s), schuitenvoerder, begraven te Oudewater op 20.111807, was gehuwd
met Helena van Kessel, geboren te Zwolle omstreeks 1758, breister, overleden te
Vlaardingen 28.07.1846. Zij krijgt in Vlaardingen een borgbrief van Zwolle (1.11.1807)
als vrouw van Pieter Geerlings met haar kinderen: Franciscus, Johanna, Fronica en
Petrus. Zij woonde echter met haar gezin al in 1801 in Vlaardingen, volgens opgave bij
de volkstelling van 1812.
De daarop volgende gegevens over de kinderen zijn deels niet juist, behalve het zesde
kind, dat te Vlaardingen is geboren: Joannes Geerling, gedoopt Vlaardingen 7.2.1803 en
daar begraven op 26.31804.
164