DE GORZEN EN HOOFDSTRAAT IN VROEGER DAGEN
L. Bitter
In Scyedam nr.5, december 1995, brachten wij enige verhalen over "Het Hoofd en omgeving
in vroeger dagen
Wij schreven dat de auteur daarvan onbekend was, maar dat de bekende mr. dr. ir. MM.
van Praag waarschijnlijk de stimulator was geweest. Welnu, dank zij onze lezer A. W.
Bedeaux weten we nu dat de auteur zeer waarschijnlijk zijn oom Leendert Bitter is geweest.
In de familie gaat het verhaal dat oom Leendert Bitter thuis was bezocht door een hoge
bestuursfunktionaris van de gemeente en was geïnterviewd vanwege diens grote kennis van
Schiedam en in het bijzonder van het Hoofd. Toen is ook de naam van Praag genoemd.
A. W. Bedeaux is nu aan het woord:
Mijn oom Leen Bitter, geboren in 1880 en overleden in 1965 heeft zijn hele leven op het
Hoofd gewoond. Hij was de zoon van stuwadoor Leendert Bitter van de Havendijk 4 en 6
(woonhuis en bedrijfsruimte) die, evenals de andere stuwadoor op het Hoofd, Pieter van
Vliet, een ploeg havenarbeiders ter beschikking had die o.a. de Engelse kolenboten "Holmsi-
de" en "Dalton" met manden losten. De manden van Bitter waren in de kelderruimte van
Havendijk 6 opgeslagen. Oom L. Bitter was in de eerste echt getrouwd geweest met Nel
(Petronella) Klinge (ook een zeer "Hoofdse" familie van bekende sleepbootkapiteins). Na
haar dood in 1936 huwde hij met een zuster van mijn moeder: Johanna Droge. Uit beide
huwelijken werden geen kinderen geboren.
Mijn oom stond er om bekend dat hij zich bijna vereenzelfdigde met de mensen van vroeger
op het Hoofd en hun taal nog sprak. Hij verbleef zijn gehele leven op het Hoofd. Hij was
baas op de Gasfabriek van Schiedam en woonde tot zijn pensionering op de Hoofdstraat (in
1946) in het grote huis rechts, naast ir. Doels, directeur van de Gasfabriek.
GORZEN
Groenelaan, Brandpad, Achteruitgang Hoofdstraat. Hier was gevestigd de varkensfokkerij van
Van Wieringen. Over de sloot het land van Doeleman. Des zomers liep hier prachtig vee. Het
is 's winters een ideaal ijsveld.
Een grote mestput van Doeleman was aan de binnenkant van de sloot, juist waar de gezakte en
gescheurde huizen staan in de Lekstraat.
Toen dit terrein volgespoten werd, liep de gehele Gorzen onder zand en water. Zelfs zodanig
dat op de laagst gelegen plaatsen de mensen op de zolders moesten vluchten. De schade is ge
heel vergoed door de aannemer van genoemd werk.
Waar nu de winkelhuizen staan, was eens een breede sloot, waar de huizen die erachter
stonden met hun riolen op aangesloten waren. Het was een ware stinkpoel. Eenden van Blok
land zwommen daar in grote getale. Enkele bakkers die daar woonden spoelden hun dweilen
die zij gebruikt hadden om de oven schoon te maken uit in deze sloot.
Een straat verdient wel vermelding. Het was Fort Pillo. Op dit fort duldde men geen vreemde.
16